- Ze worden gebruikt om de positie van een element in een reeks aan te geven.
- De rangtelwoorden moeten in geslacht en getal overeenkomen met het zelfstandig naamwoord waarnaar ze verwijzen.
- Vanaf elf worden de hoofdtelwoorden vaker gebruikt dan de rangtelwoorden.
Número (Nummer) | Masculino (Mannelijk) | Femenino (Vrouwelijk) |
---|---|---|
1º / 1ª | Primero (Eerste) | Primera (Eerste) |
2º / 2ª | Segundo (Tweede) | Segunda (Tweede) |
3º / 3ª | Tercero (Derde) | Tercera (Derde) |
4º / 4ª | Cuarto (Vierde) | Cuarta (Vierde) |
5º / 5ª | Quinto (Vijfde) | Quinta (Vijfde) |
6º / 6ª | Sexto (Zesde) | Sexta (Zesde) |
7º / 7ª | Séptimo (Zevende) | Séptima (Zevende) |
8º / 8ª | Octavo (Achtste) | Octava (Achtste) |
9º / 9ª | Noveno (Negende) | Novena (Negende) |
10º / 10ª | Décimo (Tiende) | Décima (Tiende) |
Uitzonderingen!
- "Primero" en "tercero" verliezen de laatste "o" voor mannelijke zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud.
Oefening 1: Los números ordinales
Instructie: Vul het juiste woord in.
séptimo, quinto, primer, sexto, cuarta, primero, tercer, octavo
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. El ______ capítulo es muy interesante.
(Het ______ hoofdstuk is heel interessant.)2. Ella vive en el ______ piso de este edificio.
(Zij woont op de ______ verdieping van dit gebouw.)3. El ______ día de la semana es miércoles.
(De ______ dag van de week is woensdag.)4. Recuerdo el ______ concierto con mucho cariño.
(Ik herinner me het ______ concert met veel genegenheid.)5. El ______ alumno llegó tarde a clase.
(De ______ leerling kwam te laat in de klas.)6. Recordamos el ______ aniversario de la empresa.
(We herinneren ons het ______ jubileum van het bedrijf.)