De zelfstandige naamwoorden en hun geslacht

Zelfstandige naamwoorden in het Spaans kunnen mannelijk of vrouwelijk zijn. In het Spaans bestaat het onzijdige geslacht niet.

Gramática: Los sustantivos y su género

A1 Spaans Basis geslachtsafstemming van zelfstandige naamwoorden

Niveau: A1

Module 1: Presentarse (Jezelf voorstellen)

Les 7: Profesiones y estudios (Beroepen en studies)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

  1. De zelfstandige naamwoorden die eindigen op "-o" zijn mannelijk, op "-a" zijn vrouwelijk en op "-e" of op een medeklinker kunnen mannelijk of vrouwelijk zijn.
  2. Sommige zelfstandige naamwoorden worden vrouwelijk door "-a" toe te voegen aan de mannelijke vorm.
  3. Sommigen hebben volledig verschillende vormen in mannelijk en vrouwelijk.
  4. Enkele zelfstandige naamwoorden die personen aanduiden veranderen niet; alleen het lidwoord geeft het geslacht aan.
ReglaEjemplo

-o: masculino

-a: femenino

-e/ consonante: femenino/ masculino

El hijo de Juan sueña con ser el jugador más talentoso de fútbol. (De zoon van Juan droomt ervan de meest talentvolle voetballer te worden.)

La hija de Ana quiere ser jugadora de fútbol o cantante. (De dochter van Ana wil voetballer of zangeres worden.)

+ "a" a la forma masculinaAna quiere ser la directora y Pedro el director de una película famosa. (Ana wil de regisseuse zijn en Pedro de regisseur van een beroemde film.)
Formas completamente diferentesPedro soñaba con ser el mejor actor del mundo pero hoy su hermana es la actriz. (Pedro droomde ervan om de beste acteur ter wereld te zijn, maar vandaag is zijn zus de actrice.)
Sin cambioMaría es la pianista más bonita en España pero Juan es el mejor pianista del mundo. (María is de mooiste pianiste in Spanje maar Juan is de beste pianist van de wereld.)

Oefening 1: Los sustantivos y su género

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

actor, director, periodista, pianista, actriz, principe

1.
La hermana de mi amiga es la ... de mi serie favorita.
(De zus van mijn vriendin is de actrice in mijn favoriete serie.)
2.
El ... vive en Suiza. Su hermana, la princesa, vive con él.
(De prins woont in Zwitserland. Zijn zus, de prinses, woont bij hem.)
3.
Marta es la ... más talentosa del mundo. Toca el piano desde que tiene 5 años.
(Marta is de meest getalenteerde pianiste ter wereld. Ze speelt piano sinds haar vijfde.)
4.
Marta sueña con ser la mejor ... de la empresa. Le encanta el periodismo.
(Marta droomt ervan de beste journaliste van het bedrijf te worden. Ze houdt van de journalistiek.)
5.
El ... tiene 50 años y ha hecho más de 20 películas.
(De directeur is 50 jaar en heeft meer dan 20 films gemaakt.)
6.
Pedro siempre ha querido ser el ... de una película.
(Pedro heeft altijd al de acteur in een film willen zijn.)
7.
Pedro toca el piano. En el futuro él quiere ser el ... de famoso.
(Pedro speelt piano. In de toekomst wil hij de beroemde pianist worden.)
8.
Mario quiere ser el ... de la empresa, pero no hay vacantes para periodistas.
(Mario wil de journalist van het bedrijf worden, maar er zijn geen vacatures voor journalisten.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

princesa


prinses

2

actor


acteur

3

director


regisseur

4

principe


prins