- Voor de formele gebiedende wijs van "usted", verander de uitgang naar "-e" voor werkwoorden op "-ar" en "-a" voor werkwoorden op "-er" en "-ir".
- Voor "ustedes", verandert de uitgang naar "-en" voor werkwoorden op "-ar" en naar "-an" voor werkwoorden op "-er" en "-ir".
- Het wordt vaak gebruikt in formele situaties om instructies te geven.
- In de bevestigende gebiedende wijs komen wederkerende voornaamwoorden na het werkwoord, waardoor ze samen één woord vormen. Bijvoorbeeld: "Abróchese el cinturón de seguridad."
Pronombre | Imperativo | Ejemplo |
---|---|---|
Usted | Facture | Facture sus maletas en el mostrador de la aerolínea. (Facture uw koffers bij de balie van de luchtvaartmaatschappij.) |
Abróchese | Abróchese el cinturón de seguridad, por favor. (Doe alstublieft uw veiligheidsgordel om.) | |
Siga | Siga al piloto hacia el control de seguridad. (Volg de piloot naar de veiligheidscontrole.) | |
Ustedes | Facturen | Facturen sus maletas en el mostrador. (Factureer uw koffers bij de balie.) |
Abróchense | Abróchense los cinturones de seguridad antes de despegar. (Buckle uzzelf vast met de veiligheidsgordels voor het opstijgen.) | |
Sigan | Sigan las instrucciones del aeropuerto con atención. (Volgt u de instructies van de luchthaven aandachtig.) |
Uitzonderingen!
- Er zijn enkele onregelmatige imperatieven. Bijvoorbeeld: "seguir - (usted) siga".
- Vaak wordt er een accent geplaatst op het werkwoord in de gebiedende wijs met voornaamwoorden. Bijvoorbeeld: "abrocharse - (usted) abróchese".
Oefening 1: Imperativo afirmativo formal: "usted" y "ustedes"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Siga, Escuchen, Abróchense, Sigan, Escuche, Facture, Póngase, Muestre
1.
Seguir (Uds):
... estas personas para facturar.
(Volgt deze personen voor factureren.)
2.
Seguir (Ud):
... a la azafata hacia la puerta.
(Volg de stewardess naar de deur.)
3.
Abrocharse (Uds):
... los cinturones en este momento.
(Maak op dit moment uw gordels vast.)
4.
Esuchar (Ud):
... las instrucciones del piloto.
(Luister naar de instructies van de piloot.)
5.
Escuchar (Uds):
... las instrucciones del piloto en todo momento.
(Luistert te allen tijde naar de instructies van de piloot.)
6.
Ponerse (Ud):
... cómodo durante el vuelo.
(Maak het uzelf gemakkelijk tijdens de vlucht.)
7.
Mostrar (Ud):
... el pasaporte a la azafata antes de ir al avión.
(Toon het paspoort aan de stewardess voordat u aan boord gaat.)
8.
Facturar (Ud):
... sus maletas antes de ir al control de seguridad.
(Pakt u uw koffers in voordat u naar de veiligheidscontrole gaat.)