A1.3.3 Het geslacht van zelfstandige naamwoorden
Het geslacht van zelfstandige naamwoorden herkennen.
Gramática: El género de los sustantivos
A1 Spaans Noun gender agreement
Niveau: A1
Module 1: Presentarse (Jezelf voorstellen)
Les 3: ¿De dónde eres? (Waar kom je vandaan?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- Er zijn mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.
- Het lidwoord past bij het geslacht.
Género | Terminaciones | Ejemplo |
---|---|---|
Masculino | En -o | El libro (De boeken ) El perro (De hond) |
En -or | El profesor (De professor) El color (De kleur) | |
En -ma (de origen griego) | El problema (Het probleem) El idioma (De taal) | |
Días de la semana, meses, océanos, ríos, montañas | El lunes (Maandag) El Atlántico (De Atlantische Oceaan) | |
Femenino | En -a | La casa (Het huis) La mesa (De tafel.) |
En -ción, -sión | La canción (Het liedje) La televisión (De televisie) | |
En -dad, -tad, -tud | La ciudad (De stad) La juventud (De jeugd) | |
En -umbre | La costumbre (De topconferentie) | |
Masculino y/o femenino | En -e | El coche (De auto) La noche (De nacht) |
Terminaciones en consonante, especialmente -l, -n, -r, -s, -z | El árbol (De boom) La flor (De bloem) | |
Excepciones | La mano (femenino) | La mano (De hand) |
El mapa (masculino) | El mapa (De kaart) |
Uitzonderingen!
- Er zijn zelfstandige naamwoorden die dezelfde uitgang hebben: "el estudiante" en "la estudiante".
- Veelvoorkomende uitzonderingen: la mano, el mapa, el planeta
Oefening 1: Het geslacht van zelfstandige naamwoorden
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingEl, La
1. ... mano
2. ... planeta
3. ... lunes
4. ... policía
5. ... ciudad
6. ... día
7. ... perro
8. ... abuelo
9. ... enfermero
10. ... cocinero
11. ... casa
12. ... mar
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
El
|
(Het) |
2.
La
|
(Het) |