- Het werkwoord staat altijd in de derde persoon enkelvoud.
- Gebruik de se impersonal met estar of werkwoorden zonder lijdend voorwerp.
- Bij transitieve werkwoorden gebruik je a + persoon.
Fórmula (Formule) | Ejemplo (Voorbeeld) |
---|---|
Se + salir | Se sale al campo al amanecer. (Men gaat bij daglicht het veld in.) |
Se + vivir | Se vive tranquilo en la naturaleza. (Er wordt rustig geleefd in de natuur.) |
Se + ver | Se ve al agricultor trabajar. (Men ziet de boer werken.) |
Se + escuchar | Se escucha a los animales de la granja. (Er wordt geluisterd naar de dieren van de boerderij.) |
Se + alimentar | Se alimenta al caballo por la mañana. (Wordt gevoerd aan het paard 's ochtends.) |
Se + criar | Se cría a las ovejas con cuidado. (Men fokt de schapen zorgvuldig.) |
Se + trabajar | Se trabaja mucho en la granja. (Er wordt veel gewerkt op de boerderij.) |
Uitzonderingen!
- Onpersoonlijke zinnen, omdat ze geen onderwerp hebben, laten niet toe dat het werkwoord van enkelvoud naar meervoud verandert.
Oefening 1: El "se" impersonal
Instructie: Vul het juiste woord in.
Se alimenta, se trabaja, Se cuida, se cría, Se sale, Se escucha, Se ve, Se vive
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste zin in elke groep die correct gebruikmaakt van de wederkerige voornaamwoorden "conmigo", "contigo", "consigo" of de voornaamwoorden "mí", "ti", "sí" na voorzetsels, volgens de uitgelegde regels.