Het negatieve imperatief: de regelmatige werkwoorden

De negatieve imperatief in het Spaans heeft de functie om bevelen of instructies uit te drukken die aangeven wat niet gedaan moet worden.

Gramática: El imperativo negativo: los verbos regulares

A2 Spaans Imperatief negatief van regelmatige werkwoorden

Niveau: A2

Module 6: En el trabajo (Op het werk)

Les 41: Trabajo en equipo (Teamwerk)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

  1. Voor de regelmatige werkwoorden in "-ar", verander de "-a" naar "-e".
  2. Voor de regelmatige werkwoorden in "-er" en "-ir", verander de "-e" in "-a".
  3. Gebruik het woord 'no' voor het werkwoord.
PronombreVerbos acabados en -arVerbos acabados en -er/-ir

¡No hables con Pedro! (Spreek niet met Pedro!)

-es

¡No comas esto! (Eet dit niet!)

-as

Usted

¡No hable con Pedro! (Spreek niet met Pedro!)

-e

¡No coma esto! (Eet dit niet eten!)

-a

Nosotros/-as

¡No hablemos con Pedro! (Laten we niet praten met Pedro!)

-emos

¡No comamos esto! (Laten we dit niet eten!)

-amos

Vosotros/-as

¡No habléis con Pedro! (Spreek niet met Pedro!)

-éis

¡No comáis esto! (Eet dit niet!)

-áis

Ustedes

¡No hablen con Pedro! (Praat niet met Pedro!)

-en

¡No coman esto! (Eet dit niet!)

-an

Oefening 1: El imperativo negativo: los verbos regulares

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

corráis, deje, toques, abramos, discuta, descanses, busquen, compartan

1. Abrir (Nosotros):
¡No ... la puerta, hace frío!
(Laten we de deur niet openen, het is koud!)
2. Correr (Vosotros):
¡No ... en la salida!
(Ren niet bij de uitgang!)
3. Dejar (Usted):
No ... la llave en la recepción, por favor.
(Laat de sleutel niet bij de receptie, alstublieft.)
4. Buscar (Ustedes):
¡No ... más problemas!
(Zoek geen problemen meer!)
5. Compartir (Ustedes):
¡No ... nada sobre el servicio en internet!
(Deel niets over de dienst op internet!)
6. Discutir (Usted):
No ... con el recepcionista, por favor.
(Discusieer niet met de receptionist, alstublieft.)
7. Descansar (Tú):
¡No ... en la entrada!
(Rust niet uit bij de ingang!)
8. Tocar (Tú):
¡No ... las llaves de otras habitaciones!
(Raak de sleutels van andere kamers niet aan!)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

compartan


deelt

2

busquen


zoek

3

entremos


Laten we niet naar binnen gaan

4

discuta


U moet niet ruziën