10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.10.2 Van een zelfstandig naamwoord afgeleide bijvoeglijke naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden afgeleid van zelfstandige naamwoorden

Gramática: Adjetivos derivados de un sustantivo

A1 Spaans Afleidende bijvoeglijke naamwoorden

Niveau: A1

Module 2: De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Les 10: El clima y el tiempo (Het weer)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio with translations
Audio with translations

  1. Om bijvoeglijke naamwoorden te vormen van zelfstandige naamwoorden, voegen we achtervoegsels toe. Bijvoorbeeld: "ado/a" of "oso/a".
  2. De wortel kan iets veranderen. Bijvoorbeeld: "hielo" wordt "helado" .
SustantivoAdjetivo
El solSoleado (Zonnig)/a
La lluviaLluvioso (Regenachtig)/a
La nieveNevado (Besneeuwd)/a
La nubeNublado (Bewolkt)/a
El vientoVentoso (Winderig)/a
El granizoGranizado (Sneeuwachtig)/a
La sequíaSeco (Droog)/a
La humedadHúmedo/a (Vochtig)
El hieloEstá helado (Het is ijskoud)/a

 

Oefening 1: Van een zelfstandig naamwoord afgeleide bijvoeglijke naamwoorden

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

húmedo, lluvioso, nublado, nevada, seco, soleado, helado

1. La montaña está ... en invierno.

La montaña está nevada en invierno.
(De berg is besneeuwd in de winter.)

2. El lago está ... y podemos patinar.

El lago está helado y podemos patinar.
(Het meer is bevroren en we kunnen schaatsen.)

3. El clima en la selva es muy ....

El clima en la selva es muy húmedo.
(Het klimaat in het oerwoud is erg vochtig.)

4. Hoy está .... Hace buen tiempo.

Hoy está soleado. Hace buen tiempo.
(Vandaag is het zonnig. Het is mooi weer.)

5. El suelo está .... Hay mucho calor en el verano.

El suelo está seco. Hay mucho calor en el verano.
(De grond is droog. Het is erg warm in de zomer.)

6. El cielo está .... No hay sol.

El cielo está nublado. No hay sol.
(De hemel is bewolkt. Er is geen zon.)

7. Ayer fue un día ... y gris.

Ayer fue un día lluvioso y gris.
(Gisteren was een regenachtige en grijze dag.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Nublado
(Bewolkt)
2. Nevada
(Besneeuwd)
3. Seco
(Droog)
4. Lluvioso
(Regenachtig)
5. Húmedo
(Vochtig)
6. Soleado
(Zonnig)
7. Helado
(Bevroren)