Vergelijkende bijvoeglijke naamwoorden: "Más + adjetivo + que," ...

Vergelijkende bijvoeglijke naamwoorden worden gebruikt om twee of meer elementen te vergelijken op basis van hun kenmerken.

Gramática: Los adjetivos comparativos: "Más + adjetivo + que," ...

A1 Spaans vergelijkingen

Niveau: A1

Module 4: Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Les 26: Sentidos y percepción (Zintuigen en waarnemen)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

 Adjetivo comparativoEjemplo
Expresar superioridadMás + adjetivo + queEste café es más amargo que el té. (Deze koffie is bitterder dan thee.)
Este examen fue más duro que el anterior. (Dit examen was moeilijker dan het vorige.)
Expresar iguladadTan + adjetivo + comoEste pan es tan duro como una piedra. (Dit brood is zo hard als een steen.)
Está tan silencioso como en una biblioteca. (Het is zo stil als in een bibliotheek.)
Expresar inferioridadMenos + adjetivo + queEl olor de este queso es menos fétido que el del pescado. (De geur van deze kaas is minder vies dan die van vis.)
Esta naranja es menos ácida que el limón. (Deze sinaasappel is minder zuur dan de citroen.)

Uitzonderingen!

  1. Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben onregelmatige vergelijkende vormen: "mejor", "peor", "mayor", "menor".

Oefening 1: Los adjetivos comparativos: "Más + adjetivo + que," ...

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

más, tan, menos

1.
El plátano es ... duro que la manzana.
(De banaan is minder hard dan de appel.)
2.
En verano, la casa es ... fresca que en invierno.
(In de zomer is het huis koeler dan in de winter.)
3.
La noche es ... ruidosa que el día.
(De nacht is minder lawaaierig dan de dag.)
4.
El café sin azúcar es ... amargo que el café con azúcar.
(Koffie zonder suiker is bitterder dan koffie met suiker.)
5.
El azúcar es ... dulce como la fruta.
(De suiker is even zoet als het fruit.)
6.
La noche es ... oscura que el día.
(De nacht is donkerder dan de dag.)
7.
El queso es ... salado que las frutas.
(Kaas is zouter dan fruit.)
8.
La biblioteca es ... silenciosa como la noche.
(De bibliotheek is net zo stil als de nacht.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

más


meer

2

menos


minder

3

tan


zo