10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A2.19.1 Hoe heb je de pandemie doorgebracht?

Een dialoog tussen Pedro en Ana over hun herinneringen aan de pandemie en hun reflecties op het leven tijdens die tijd.

Diálogo: ¿Cómo pasaste la pandemia?

Un diálogo entre Pedro y Ana sobre sus recuerdos de la pandemia y sus reflexiones sobre la vida durante ese tiempo.

A2.19.1 Hoe heb je de pandemie doorgebracht?

A2 Spaans

Niveau: A2

Module 3: El buen pasado (De goeie oude tijd)

Les 19: Recuerdo cuando... (Ik herinner me nog toen...)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio with translations
Audio with translations

Gesprek

1. Pedro: ¿Te acuerdas de la pandemia? (Vertaling laden...)
2. Ana: Sí. Lo recuerdo como un tiempo difícil. (Ja. Ik herinner het me als een moeilijke tijd.)
3. Pedro: Me sentí deprimido durante ese tiempo. (Ik voelde me depressief tijdens die tijd.)
4. Ana: Yo también. En mi casa me sentí mal entonces cambié de casa . (Vertaling laden...)
5. Pedro: ¿Te has contagiado con el virus alguna vez? (Heb je ooit besmet geraakt met het virus?)
6. Ana: Sí, dos veces. ¡Este virus es tan fuerte! (Ja, twee keer. Deze virus is zo sterk!)
7. Pedro: ¿Cómo pasaste la visita de tus amigos? (Hoe heb jij het bezoek van je vrienden doorgebracht?)
8. Ana: No me visitaron durante la pandemia. ¡Qué triste! (Ze bezochten me niet tijdens de pandemie. Wat triest!)
9. Pedro: Me acuerdo que todos estuvimos en casa en aquel tiempo. (Ik herinner me dat we allemaal thuis waren in die tijd.)
10. Ana: Sí, pasamos por momentos difíciles. (Ja, we gingen door moeilijke momenten heen.)

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿De qué se acuerda Ana sobre la pandemia?
  2. Waar herinnert Ana zich aan tijdens de pandemie?
  3. ¿Cómo se sintió Pedro durante la pandemia?
  4. Hoe voelde Pedro zich tijdens de pandemie?
  5. ¿Cuándo Ana cambió de casa?
  6. Wanneer is Ana verhuisd?
  7. ¿Cómo te sentiste durante la pandemia?
  8. Hoe voelde je je tijdens de pandemie?
  9. ¿Qué recuerdos tienes de ese tiempo?
  10. Welke herinneringen heb jij aan die tijd?

Oefening 2: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
8
... No me visitaron durante la pandemia. ¡Qué triste!
(Ze bezochten me niet tijdens de pandemie. Wat triest!)
1
1 ¿Te acuerdas de la pandemia?
(Herinner je je de pandemie?)
3
... Me sentí deprimido durante ese tiempo.
(Ik voelde me depressief in die tijd.)
6
... Sí, dos veces. ¡Este virus es tan fuerte!
(Ja, twee keer. Dit virus is zo sterk!)
7
... ¿Cómo pasaste la visita de tus amigos?
(Hoe vond je het bezoek van je vrienden?)
2
... Sí. Lo recuerdo como un tiempo difícil.
(Ja. Ik herinner het me als een moeilijke tijd.)
4
... Yo también. En mi casa me sentí mal entonces cambié de casa .
(Ik ook. In mijn huis voelde ik me niet goed, dus veranderde ik van huis.)
10
10 Sí, pasamos por momentos difíciles.
(Ja, we gingen door moeilijke tijden.)
9
... Me acuerdo que todos estuvimos en casa en aquel tiempo.
(Ik herinner me dat we toen allemaal thuis waren.)
5
... ¿Te has contagiado con el virus alguna vez?
(Ben je ooit met het virus besmet geraakt?)

Oefening 3: Kies het juiste woord

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

virus, pasamos por, pandemia, visita, Me acuerdo, deprimido, contagiado, durante, cambié de casa

1. ¿Cómo pasaste la ... de tus amigos?

¿Cómo pasaste la visita de tus amigos?
(Hoe vond je het bezoek van je vrienden?)

2. ... que todos estuvimos en casa en aquel tiempo.

Me acuerdo que todos estuvimos en casa en aquel tiempo.
(Ik herinner me dat we toen allemaal thuis waren.)

3. ¿Te has ... con el virus alguna vez?

¿Te has contagiado con el virus alguna vez?
(Ben je ooit met het virus besmet geraakt?)

4. ¿Te acuerdas de la ...?

¿Te acuerdas de la pandemia?
(Herinner je je de pandemie?)

5. Me sentí ... durante ese tiempo.

Me sentí deprimido durante ese tiempo.
(Ik voelde me depressief in die tijd.)

6. Sí, dos veces. ¡Este ... es tan fuerte!

Sí, dos veces. ¡Este virus es tan fuerte!
(Ja, twee keer. Dit virus is zo sterk!)

7. Yo también. En mi casa me sentí mal entonces ... .

Yo también. En mi casa me sentí mal entonces cambié de casa .
(Ik ook. In mijn huis voelde ik me niet goed, dus veranderde ik van huis.)

8. Sí, ... momentos difíciles.

Sí, pasamos por momentos difíciles.
(Ja, we gingen door moeilijke tijden.)

9. No me visitaron ... la pandemia. ¡Qué triste!

No me visitaron durante la pandemia. ¡Qué triste!
(Ze bezochten me niet tijdens de pandemie. Wat triest!)

Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Deprimido
(Depressief)
2. Virus
(Virus)
3. Me acuerdo
(Ik herinner me)
4. Contagiado
(Ben je besmet)
5. Pasamos por
(We gaan door)
6. Durante
(Tijdens)
7. Pandemia
(Pandemie)
8. Cambié de casa
(Ik ben verhuisd)