Spaans A1.17.1 Ingrediënten voor een Andalusische gazpacho

Pedro en Ana gaan ingrediënten kopen voor een Andalusische gazpacho.

Diálogo: Ingredientes para un gazpacho andaluz

Pedro y Ana van a comprar los ingredientes para un gazpacho andaluz.

Spaans A1.17.1 Ingrediënten voor een Andalusische gazpacho

A1 Spaans

Niveau: A1

Module 3: Día a día (Dag tot dag)

Les 17: Cocinar (Koken)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Gesprek

1. Pedro: ¿Qué vamos a cocinar? (Wat gaan we koken?)
2. Ana: Hoy cocinamos un gazpacho. (Vandaag koken we een gazpacho.)
3. Pedro: Es la receta casera de mi familia. (Het is het zelfgemaakte recept van mijn familie.)
4. Ana: ¿Tenemos todos los ingredientes de la receta? (Hebben wij alle ingrediënten van het recept?)
5. Pedro: No. Tenemos que comprar unos tomates. (Nee. We moeten een paar tomaten kopen.)
6. Ana: ¿Qué más hay que usar? (Wat moeten we nog meer gebruiken?)
7. Pedro: Tenemos que buscar el aceite y la sal. (We moeten de olijfolie en het zout zoeken.)
8. Ana: ¿Hay que añadir algo más? (Moet er nog iets worden toegevoegd?)
9. Pedro: Sí. Debemos añadir un ajo y una cebolla. (Ja. We moeten een knoflook en een ui toevoegen.)
10. Ana: ¿Hay que añadir algún ingrediente más? (Moeten we nog een ingrediënt toevoegen?)
11. Pedro: Sí, faltan dos ingredientes: un pepino y un pimiento. (Ja, er ontbreken twee ingrediënten: een komkommer en een paprika.)

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué comida quieren preparar Ana y Pedro?
  2. Welke maaltijd willen Ana en Pedro klaarmaken?
  3. ¿Qué ingrediente tienen que comprar?
  4. Welk ingrediënt moeten zij kopen?
  5. Verdadero/Falso: "Es una receta de internet."
  6. Waar/Niet waar: "Is het een recept van internet?"
  7. ¿Te gusta el gazpacho?
  8. Vind je gazpacho lekker?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

tomates, ajo, aceite, gazpacho, ingredientes

1.
Sí, faltan dos ...: un pepino y un pimiento.
(Ja, er ontbreken twee ingrediënten: een komkommer en een paprika.)
2.
No. Tenemos que comprar unos ....
(Nee. We moeten wat tomaten kopen.)
3.
Sí. Debemos añadir un ... y una cebolla.
(Ja. We moeten een knoflook en een ui toevoegen.)
4.
Tenemos que buscar el ... y la sal.
(We moeten de olie en het zout zoeken.)
5.
Hoy cocinamos un ....
(Vandaag maken we gazpacho.)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
2
... Hoy cocinamos un gazpacho.
(Vandaag maken we gazpacho.)
4
... ¿Tenemos todos los ingredientes de la receta?
(Hebben we alle ingrediënten van het recept?)
9
... Sí. Debemos añadir un ajo y una cebolla.
(Ja. We moeten een knoflook en een ui toevoegen.)
11
... Sí, faltan dos ingredientes: un pepino y un pimiento.
(Ja, er ontbreken twee ingrediënten: een komkommer en een paprika.)
7
... Tenemos que buscar el aceite y la sal.
(We moeten de olie en het zout zoeken.)
1
1 ¿Qué vamos a cocinar?
(Wat gaan we koken?)
3
... Es la receta casera de mi familia.
(Het is het familierecept.)
5
... No. Tenemos que comprar unos tomates.
(Nee. We moeten wat tomaten kopen.)