10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.10.1 Een zonnige, regenachtige dag, en mogelijk een regenboog

Pedro en Ana praten over het weer. Ontdek hoe het weer hun dag beïnvloedt.

Diálogo: Un día soleado, lluvioso, y un posible arcoíris

Pedro y Ana hablan sobre el clima. Descubre cómo el tiempo afecta su día.

A1.10.1 Een zonnige, regenachtige dag, en mogelijk een regenboog

A1 Spaans

Niveau: A1

Module 2: De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Les 10: El clima y el tiempo (Het weer)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio with translations
Audio with translations

Gesprek

1. Pedro: ¿Cómo está el tiempo hoy? (Hoe is het weer vandaag?)
2. Ana: Hoy hace sol y calor. (Vandaag is het zonnig en heet.)
3. Pedro: Sí, el clima aquí es seco. (Ja, het klimaat hier is droog.)
4. Ana: Creo que esta tarde va a llover. (Ik denk dat het vanmiddag gaat regenen.)
5. Pedro: ¡Qué bien! ¡Finalmente hay lluvia! (Wat goed! Eindelijk is er regen!)
6. Ana: ¡Mira! Ya está lloviendo. (Kijk! Het regent al.)
7. Pedro: Sí, ¿crees que después va a haber una tormenta? (Ja, denk je dat er daarna een storm zal zijn?)
8. Ana: Creo que sí. Hay muchas nubes grises. (Ik denk het wel. Er zijn veel wolken grijs.)
9. Pedro: Con suerte sale el arcoíris. (Hopelijk verschijnt de regenboog.)
10. Ana: ¡Espero que sí! (Ik hoop het wel!)

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué tiempo hace hoy?
  2. Wat voor weer is het vandaag?
  3. ¿Qué se puede ver durante una tormenta?
  4. Wat kun je zien tijdens een storm?
  5. ¿Quién quiere ver el arcoíris?
  6. Wie wil de regenboog zien?

Oefening 2: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
7
... Sí, ¿crees que después va a haber una tormenta?
(Ja, denk je dat er daarna een storm komt?)
2
... Hoy hace sol y calor.
(Vandaag is het zonnig en warm.)
8
... Creo que sí. Hay muchas nubes grises.
(Ik denk het wel. Er zijn veel grijze wolken.)
10
10 ¡Espero que sí!
(Ik hoop het wel!)
4
... Creo que esta tarde va a llover.
(Ik denk dat het vanmiddag gaat regenen.)
3
... Sí, el clima aquí es seco.
(Ja, het klimaat hier is droog.)
5
... ¡Qué bien! ¡Finalmente hay lluvia!
(Wat goed! Eindelijk is er regen!)
6
... ¡Mira! Ya está lloviendo.
(Kijk! Het regent al.)
1
1 ¿Cómo está el tiempo hoy?
(Hoe is het weer vandaag?)
9
... Con suerte sale el arcoíris.
(Hopelijk verschijnt de regenboog.)

Oefening 3: Kies het juiste woord

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

lluvia, tormenta, seco, tiempo, llover, nubes, calor

1. Creo que sí. Hay muchas ... grises.

Creo que sí. Hay muchas nubes grises.
(Ik denk het wel. Er zijn veel grijze wolken.)

2. Creo que esta tarde va a ....

Creo que esta tarde va a llover.
(Ik denk dat het vanmiddag gaat regenen.)

3. Sí, el clima aquí es ....

Sí, el clima aquí es seco.
(Ja, het klimaat hier is droog.)

4. Sí, ¿crees que después va a haber una ...?

Sí, ¿crees que después va a haber una tormenta?
(Ja, denk je dat er daarna een storm komt?)

5. Hoy hace sol y ....

Hoy hace sol y calor.
(Vandaag is het zonnig en warm.)

6. ¿Cómo está el ... hoy?

¿Cómo está el tiempo hoy?
(Hoe is het weer vandaag?)

7. ¡Qué bien! ¡Finalmente hay ...!

¡Qué bien! ¡Finalmente hay lluvia!
(Wat goed! Eindelijk is er regen!)

Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Calor
(Warmte)
2. Tiempo
(Weer)
3. Nubes
(Wolken)
4. Lluvia
(Regen)
5. Tormenta
(Storm)
6. Llover
(Regenen)
7. Seco
(Droog)