10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A2.29.4 Thuiswerken: een nieuwe manier van leven

Thuiswerken of op kantoor in Spanje. Wat heeft de voorkeur?

Cultura: El teletrabajo: una nueva forma de vivir

Trabajo remoto o en la oficina en España. ¿Cuál se prefiere?

A2.29.4 Thuiswerken: een nieuwe manier van leven

A2 Spaans Sociale normen en gebruiken Spanje

Niveau: A2

Module 4: Trabajar y estudiar (Werk en studie)

Les 29: ¿Teletrabajo u oficina? (Thuiswerken of op kantoor?)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio with translations
Audio with translations

Lees- en luisteroefening

En España el trabajo remoto se hizo muy popular durante la pandemia. Hoy muchas empresas dejan a sus empleados trabajar desde casa o ir a la oficina. También hay muchas personas que prefieren el trabajo presencial. Las dos formas de trabajar tienen sus aspectos positivos y negativos. En casa hay mucho silencio, en la oficina hay muchas reuniones. El trabajo en casa ofrece mucha flexibilidad pero la oficina ofrece muchos contactos sociales. Es muy fácil hablar con compañeros. Por eso muchos empleados conectan las dos formas, el teletrabajo algunos días y el trabajo presencial en otros.

Vertaling

In Spanje werd thuiswerken erg populair tijdens de pandemie. Tegenwoordig laten veel bedrijven hun werknemers vanuit huis werken of naar kantoor komen. Er zijn ook veel mensen die de voorkeur geven aan fysiek werk. Beide manieren van werken hebben hun positieve en negatieve aspecten. Thuis is het erg stil, op kantoor zijn er veel vergaderingen. Werken vanuit huis biedt veel flexibiliteit, maar op kantoor zijn er veel sociale contacten. Het is heel gemakkelijk om met collega's te praten. Daarom combineren veel werknemers de twee manieren: thuiswerken op sommige dagen en fysiek werken op andere dagen.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Dónde prefieren trabajar algunas personas en España?
  2. Waar geven sommige mensen in Spanje de voorkeur aan om te werken?
  3. ¿Cuáles son las diferencias entre el trabajo remoto y presencial según el texto?
  4. Wat zijn de verschillen tussen thuiswerken en werken op kantoor volgens de tekst?
  5. ¿Prefieres trabajar desde casa o en la oficina? ¿Por qué?
  6. Geef jij de voorkeur aan thuiswerken of op kantoor werken? Waarom?
  7. ¿Te gusta mucho estar en casa? ¿Por qué?
  8. Hou je erg van thuis zijn? Waarom?
  9. ¿Crees que ir a la oficina es muy social? ¿Por qué?
  10. Denk je dat naar kantoor gaan erg sociaal is? Waarom?

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Presencial
(Fysiek)
2. Empleados
(Werknemers)
3. Teletrabajo
(Thuiswerken)
4. Flexibilidad
(Flexibiliteit)
5. Remoto
(Thuiswerken)
6. Sociales
(Sociale)