10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Oler (ruiken) - Subjuntivo presente, subjuntivo (Aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs)

 Oler (ruiken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Oler - Vervoeging van Ruiken in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de aanvoegende wijs, aanvoegende tijd (Subjuntivo presente, subjuntivo).

Subjuntivo presente, subjuntivo (Aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Oler (ruiken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Sentidos y percepción (Zintuigen en waarnemen)

Vervoeging van oler in de aanvoegende wijs tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
yo huela ik ruik
tú huelas jij ruikt
él/ella huela hij ruikt
nosotros/nosotras olamos wij ruiken
vosotros/vosotras oláis jullie ruiken
ellos/ellas huelan zij ruiken

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo espero que huela bien esta comida. Ik hoop dat dit eten goed ruikt.
Espero que tú huelas las flores del jardín. Ik hoop dat jij de bloemen in de tuin ruikt.
Es importante que él huela el perfume antes de comprarlo. Het is belangrijk dat hij het parfum ruikt voordat hij het koopt.
Es mejor que nosotros olamos el queso antes de pagarlo. Het is beter dat wij de kaas ruiken voordat wij ervoor betalen.
Deseo que vosotros oláis el pan recién hecho. Ik wens dat jullie het versgebakken brood ruiken.
Es necesario que ellos huelan el vino durante la cata. Het is noodzakelijk dat zij het wijn ruiken tijdens de proeverij.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon antwoorden Toon vertaling

oláis, huelas, huelan, huela, olamos

1. Deseo que vosotros ... el pan recién hecho.

Deseo que vosotros oláis el pan recién hecho.
(Ik wens dat jullie het versgebakken brood ruiken.)

2. Yo espero que ... bien esta comida.

Yo espero que huela bien esta comida.
(Ik hoop dat dit eten goed ruikt.)

3. Es mejor que nosotros ... el queso antes de pagarlo.

Es mejor que nosotros olamos el queso antes de pagarlo.
(Het is beter dat wij de kaas ruiken voordat wij ervoor betalen.)

4. Espero que tú ... las flores del jardín.

Espero que tú huelas las flores del jardín.
(Ik hoop dat jij de bloemen in de tuin ruikt.)

5. Es importante que él ... el perfume antes de comprarlo.

Es importante que él huela el perfume antes de comprarlo.
(Het is belangrijk dat hij het parfum ruikt voordat hij het koopt.)

6. Es necesario que ellos ... el vino durante la cata.

Es necesario que ellos huelan el vino durante la cata.
(Het is noodzakelijk dat zij het wijn ruiken tijdens de proeverij.)