Nadar (zwemmen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Nadar (zwemmen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Nadar - Vervoeging van Zwemmen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Nadar (zwemmen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Deportes y ejercicio (Sport en beweging)

Vervoeging van zwemmen in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
(yo) nado ik zwem
(tú) nadas jij zwemt
(él/ella) nada hij/zij zwemt
(nosotros/nosotras) nadamos wij zwemmen
(vosotros/vosotras) nadáis jullie zwemmen
(ellos/ellas) nadan zij zwemmen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo nado en la piscina del gimnasio. Ik zwem in het zwembad van de sportschool.
Tú nadas muy rápido en natación. Je zwemt heel snel zwemmen.
Él nada todos los días por deporte. Hij zwemt elke dag als sport.
Nosotros nadamos juntos los lunes. Wij zwemmen samen op maandag.
Vosotros nadáis bien para el atletismo. Jullie zwemmen goed voor de atletiek.
Ellos nadan en el club de natación. Zij zwemmen in de zwemclub.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

nadan, nada, nadáis, nado, nadas, nadamos

1.
Vosotros ... bien para el atletismo.
(Jullie zwemmen goed voor de atletiek.)
2.
Ellos ... en el club de natación.
(Zij zwemmen in de zwemclub.)
3.
Nosotros ... juntos los lunes.
(Wij zwemmen samen op maandag.)
4.
Él ... todos los días por deporte.
(Hij zwemt elke dag als sport.)
5.
Yo ... en la piscina del gimnasio.
(Ik zwem in het zwembad van de sportschool.)
6.
Tú ... muy rápido en natación.
(Je zwemt heel snel zwemmen.)