Llevar (dragen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Llevar (dragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Llevar - Vervoeging van dragen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Llevar (dragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - En la tienda de ropa (In de kledingwinkel)

Vervoeging van dragen in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
(yo) llevo ik draag
(tú) llevas jij draagt
(él/ella) lleva hij/zij draagt
(nosotros/nosotras) llevamos wij dragen
(vosotros/vosotras) lleváis jullie dragen
(ellos/ellas) llevan zij dragen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo llevo la camisa azul hoy. Ik draag vandaag het blauwe overhemd.
Tú llevas los pantalones nuevos. Jij draagt de nieuwe broek.
Ella lleva un vestido elegante. Ze draagt een elegante jurk.
Nosotros llevamos los zapatos cómodos. Wij dragen de comfortabele schoenen.
Vosotros lleváis el abrigo gris. Jullie dragen de grijze jas.
Ellos llevan las botas en la tienda. Zij dragen de laarzen in de winkel.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

lleva, llevas, llevan, llevamos, lleváis, llevo

1.
Yo ... la camisa azul hoy.
(Ik draag vandaag het blauwe overhemd.)
2.
Vosotros ... el abrigo gris.
(Jullie dragen de grijze jas.)
3.
Ella ... un vestido elegante.
(Ze draagt een elegante jurk.)
4.
Nosotros ... los zapatos cómodos.
(Wij dragen de comfortabele schoenen.)
5.
Tú ... los pantalones nuevos.
(Jij draagt de nieuwe broek.)
6.
Ellos ... las botas en la tienda.
(Zij dragen de laarzen in de winkel.)