Llamar (bellen) - Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Llamar (bellen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Llamar - Vervoeging van bellen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatieve wijs (Pretérito perfecto, indicativo).

Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Llamar (bellen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Nostalgia del hogar (Heimwee)

Vervoeging van llamarse in de voltooid tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
(yo) he llamado ik heb gebeld
(tú) has llamado jij hebt gebeld
(él/ella) ha llamado hij/zij heeft gebeld
(nosotros/nosotras) hemos llamado wij hebben gebeld
(vosotros/vosotras) habéis llamado jullie hebben gebeld
(ellos/ellas) han llamado zij hebben gebeld

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
He llamado a la embajada para pedir ayuda. Ik heb de ambassade gebeld om hulp te vragen.
¿Has llamado al teléfono de emergencia? Jij hebt gebeld naar het alarmnummer.
Ella ha llamado a la comisaría de policía. Zij heeft de politie gebeld.
Hemos llamado para comprobar la dirección. We hebben gebeld om het adres te controleren.
¿Habéis llamado al seguro de viaje ya? Hebben jullie al naar de reisverzekering gebeld?
Han llamado para reportar el pasaporte perdido. Ze hebben gebeld om het verloren paspoort te melden.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

han llamado, habéis llamado, ha llamado, hemos llamado, has llamado, he llamado

1.
¿... al teléfono de emergencia?
(Heb je het alarmnummer gebeld?)
2.
... para reportar el pasaporte perdido.
(Ze hebben gebeld om het verloren paspoort te melden.)
3.
Ella ... a la comisaría de policía.
(Zij heeft de politie gebeld.)
4.
... para comprobar la dirección.
(We hebben gebeld om het adres te controleren.)
5.
... a la embajada para pedir ayuda.
(Ik heb de ambassade gebeld om hulp te vragen.)
6.
¿... al seguro de viaje ya?
(Hebben jullie de reisverzekering al gebeld?)