Llamar (bellen) - Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Llamar - Vervoeging van bellen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatieve wijs (Pretérito perfecto, indicativo).
Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Llamar (bellen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Nostalgia del hogar (Heimwee)
Vervoeging van llamarse in de voltooid tegenwoordige tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) he llamado | ik heb gebeld |
(tú) has llamado | jij hebt gebeld |
(él/ella) ha llamado | hij/zij heeft gebeld |
(nosotros/nosotras) hemos llamado | wij hebben gebeld |
(vosotros/vosotras) habéis llamado | jullie hebben gebeld |
(ellos/ellas) han llamado | zij hebben gebeld |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
He llamado a la comisaría por el robo. | Ik heb de politie gebeld vanwege de diefstal. |
Has llamado a la embajada para pedir ayuda. | Jij hebt gebeld naar de ambassade om hulp te vragen. |
Ha llamado para comprobar la dirección. | Hij heeft gebeld om het adres te controleren. |
Hemos llamado a la policía desde la recepción. | Wij hebben vanaf de receptie de politie gebeld. |
Habéis llamado al seguro de viaje hoy. | Jullie hebben vandaag de reisverzekering gebeld. |
Han llamado porque se han perdido en la plaza. | Ze hebben gebeld omdat ze verdwaald zijn op het plein. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
han llamado, habéis llamado, ha llamado, hemos llamado, has llamado, he llamado
1.
... a la embajada para pedir ayuda.
(Jij hebt gebeld naar de ambassade om hulp te vragen.)
2.
... porque se han perdido en la plaza.
(Ze hebben gebeld omdat ze verdwaald zijn op het plein.)
3.
... para comprobar la dirección.
(Hij heeft gebeld om het adres te controleren.)
4.
... a la policía desde la recepción.
(Wij hebben vanaf de receptie de politie gebeld.)
5.
... a la comisaría por el robo.
(Ik heb de politie gebeld vanwege de diefstal.)
6.
... al seguro de viaje hoy.
(Jullie hebben vandaag de reisverzekering gebeld.)