10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Firmar (ondertekenen) - Futuro perfecto, indicativo (Voltooid toekomende tijd, aantonende wijs)

 Firmar (ondertekenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Firmar - Conjugatie van ondertekenen in het Spaans: Conjugatietabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige toekomende tijd, aantonende wijs (Futuro perfecto, indicativo).

Futuro perfecto, indicativo (Voltooid toekomende tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Firmar (ondertekenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Entrevista de trabajo (Sollicitatiegesprek)

Vervoeging van ondertekenen in de voltooid tegenwoordige toekomende tijd

Spaans Nederlands
yo habré firmado ik zal hebben ondertekend
tú habrás firmado jij zult getekend hebben
él/ella habrá firmado hij/zij zal hebben ondertekend
nosotros/nosotras habremos firmado wij zullen hebben ondertekend
vosotros/vosotras habréis firmado jullie zullen hebben ondertekend
ellos/ellas habrán firmado zij zullen ondertekend hebben

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo habré firmado la devolución del pollo. Ik zal de terugkeer van de kip ondertekend hebben.
Tú habrás firmado la entrada al hostal. Jij zult de ingang van het hostel hebben ondertekend.
Él habrá firmado el papel de la excursión. Hij zal het excursieformulier hebben ondertekend.
Nosotros habremos firmado los documentos del viaje. Wij zullen de reisdocumenten hebben ondertekend.
Vosotros habréis firmado las instrucciones. Jullie zullen de instructies hebben ondertekend.
Ellos habrán firmado el contrato de la habitación doble. Zij zullen het contract voor de tweepersoonskamer hebben ondertekend.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

habréis firmado, habrán firmado, habrá firmado, habremos firmado, habré firmado, habrás firmado

1.
Ellos ... el contrato de la habitación doble.
(Zij zullen het contract voor de tweepersoonskamer hebben ondertekend.)
2.
Yo ... la devolución del pollo.
(Ik zal de terugkeer van de kip ondertekend hebben.)
3.
Nosotros ... los documentos del viaje.
(Wij zullen de reisdocumenten hebben ondertekend.)
4.
Él ... el papel de la excursión.
(Hij zal het excursieformulier hebben ondertekend.)
5.
Tú ... la entrada al hostal.
(Jij zult de ingang van het hostel hebben ondertekend.)
6.
Vosotros ... las instrucciones.
(Jullie zullen de instructies hebben ondertekend.)