Dejar (laten) - Futuro simple, indicativo (Toekomende tijd, aantonende wijs)

 Dejar (laten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Dejar - Vervoeging van Laten in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de toekomende tijd, indicatieve wijs (Futuro simple, indicativo).

Futuro simple, indicativo (Toekomende tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Dejar (laten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Hablando por teléfono (Praten aan de telefoon)

Vervoeging van laten in Futuro simple

Spaans Nederlands
(yo) dejaré ik zal laten
(tú) dejarás jij zult laten
(él/ella) dejará hij/zij zal laten
(nosotros/nosotras) dejaremos wij zullen laten
(vosotros/vosotras) dejaréis jullie zullen laten
(ellos/ellas) dejarán zij zullen laten

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo dejaré de trabajar para disfrutar el ocio. Ik zal stoppen met werken om van mijn vrije tijd te genieten.
Tú dejarás el estrés y cuidarás el jardín. Je zult de stress loslaten en voor de tuin zorgen.
Él dejará la ciudad y se mudará al campo. Hij zal de stad verlaten en naar het platteland verhuizen.
Nosotros dejaremos de arriesgarnos y creceremos juntos. Wij zullen stoppen met risico's nemen en samen groeien.
Vosotros dejaréis la rutina y tendréis tiempo libre. Jullie zullen de routine laten varen en vrije tijd hebben.
Ellos dejarán la pensión y pasarán tiempo con los nietos. Zij zullen met pensioen gaan en tijd doorbrengen met de kleinkinderen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

dejaré, dejarás, dejar�, dejaremos, dejaréis, dejarán

1.
Tú ... el estrés y cuidarás el jardín.
(Je zult de stress loslaten en voor de tuin zorgen.)
2.
Ellos ... la pensión y pasarán tiempo con los nietos.
(Zij zullen met pensioen gaan en tijd doorbrengen met de kleinkinderen.)
3.
Él ...? la ciudad y se mudará al campo.
(Hij zal de stad verlaten en naar het platteland verhuizen.)
4.
Vosotros ... la rutina y tendréis tiempo libre.
(Jullie zullen de routine laten varen en vrije tijd hebben.)
5.
Yo ... de trabajar para disfrutar el ocio.
(Ik zal stoppen met werken om van mijn vrije tijd te genieten.)
6.
Nosotros ... de arriesgarnos y creceremos juntos.
(Wij zullen stoppen met risico's nemen en samen groeien.)