10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans B1.22: Anatomie - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

habrían elegido, podrás, se iría, haré, daría

1. Hacer:
Si tengo tiempo ... un curso de jardinería para aprender a cuidar mis plantas mejor.
(Vertaling laden...)
2. Dar:
Yo os ... el consejo que toméis una caravana para ir por el continente de Asia.
(Vertaling laden...)
3. Elegir:
Los jefes ... a otro ayudante pero al final mi hermano mostró que él era la mejor opción.
(Vertaling laden...)
4. Poder:
Si entrenas de manera constante ... participar en una maratón el próximo año.
(Vertaling laden...)
5. Irse:
Mi tía ... en un crucero por América pero tiene que trabajar mucho.
(Vertaling laden...)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

La paciencia

Het geduld

2

Ser un ejemplo

Een voorbeeld zijn

3

El ayudante

De assistent

4

Sencillo

Eenvoudig

5

La meta

Het doel

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

había reflexionado, despedirían, exploraría, dependías, dependía

1.
Yo ... oceanía en mi próxima aventura.
(Vertaling laden...)
2.
Ellas ... la disciplina en el grupo de fotografía.
(Vertaling laden...)
3.
Cuando era joven, ... del apoyo de mi familia para estudiar el doctorado.
(Vertaling laden...)
4.
... sobre la calidad de vida antes de subirme a la caravana.
(Vertaling laden...)
5.
Siempre ... de las revistas para estar informado sobre las novedades en la música.
(Vertaling laden...)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. María es optimista y siempre está en paz con su vida.
Maria is optimistisch en is altijd in vrede met haar leven.
2. Si tuviera tiempo mañana, haría un curso de fotografía.
Als ik morgen tijd had, zou ik een fotografiecursus doen.
3. Algunos desafíos en la vida son difíciles.
Enkele uitdagingen in het leven zijn lastig.
4. Muchos exploran su creatividad con los crucigramas.
Velen verkennen hun creativiteit met kruiswoordraadsels.
5. Si practicas más, estoy seguro de que te equivocarías menos en el bricolaje.
Als je meer oefent, ben ik er zeker van dat je je minder zou vergissen in het kluswerk.