En el aeropuerto y en el aire
Leerdoelen:
- Encuentra tu camino en el aeropuerto (Vind je weg op de luchthaven)
- Vocabulario de aeropuerto y avión (Vocabulaire voor luchthaven en vliegtuigen)
-
Imperativo afirmativo formal:
"usted" y "ustedes" (Imperativo afirmativo formal: "usted" en "ustedes") - El aeropuerto de Barajas: Puerta de Madrid (De luchthaven Barajas: Deur van Madrid)
Leermodule 1 (A2): Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Oefeningen
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Jezelf comfortabel maken , De balie , De luchthaven , De veiligheidsgordel , De piloot , Het paspoort
Antwoorden
Score: 0/6
El mostrador | (De balie) |
El cinturón de seguridad | (De veiligheidsgordel) |
El pasaporte | (Het paspoort) |
El aeropuerto | (De luchthaven) |
Ponerse cómodo | (Jezelf comfortabel maken) |
El piloto | (De piloot) |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
El pasaporte
|
(Het paspoort) |
2.
Abrocharse
|
(Zich vastmaken) |
3.
Ponerse cómodo
|
(Jezelf comfortabel maken) |
4.
El cinturón de seguridad
|
(De veiligheidsgordel) |
5.
El mostrador
|
(De balie) |
6.
La instrucción
|
(De instructie) |
7.
La azafata
|
(De stewardess) |
8.
El carné de identidad
|
(De identiteitskaart) |
Oefening 4: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 5: Conjugación verbal
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingSeguir (Imperativo, imperativo), Facturar (Imperativo, imperativo)
1. ¡... las instrucciones del guía turístico!
2. ¡... la maleta ahora!
3. ¡... el alojamiento antes de viajar!
4. ¡... todo el equipaje antes del vuelo!
5. ¡... más tarde!
6. ¡... al guía turístico por el hostal!
7. ¡... el itinerario del viaje!
8. ¡... relajados durante todo el vuelo!
Oefening 6: Imperativo afirmativo formal: "usted" en "ustedes"
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingAbróchese, Escuchen, Presenten, Póngase, Siga, Abróchense, Facture, Escuche, Sigan, Muestre
1. Seguir (Uds): ... estas personas para facturar.
2. Seguir (Ud): ... a la azafata hacia la puerta.
3. Abrocharse (Uds): ... los cinturones en este momento.
4. Esuchar (Ud): ... las instrucciones del piloto.
5. Escuchar (Uds): ... las instrucciones del piloto en todo momento.
6. Ponerse (Ud): ... cómodo durante el vuelo.
7. Mostrar (Ud): ... el pasaporte a la azafata antes de ir al avión.
8. Facturar (Ud): ... sus maletas antes de ir al control de seguridad.
9. Abrocharse (Ud): ... el cinturón de seguridad, ahora.
10. Presentar (Uds): ... su carné de identidad en el control de seguridad.
Oefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden