A2.24: Op uitwisseling gaan - herhalingsoefeningen
De docent geeft aan het einde van elke les aan welke onderwerpen door elke student kunnen worden voorbereid. De oefeningen kunnen samen tijdens de les of als individuele lesvoorbereiding worden gedaan.
Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.
Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingPusiste, hicimos, En los años, La década, vivisteis, salimos, habéis sido, supieron, cogí, escuchaban
1. Vosotros: Durante la pandemia ... en esta casa.
2. ... de los 70 fue muy importante para la moda y la música.
3. Yo: La semana pasada ... el coche para llegar al trabajo.
4. Saber (Ustedes): No ... que Ana se unió al voluntariado.
5. Nosotras: No ... a cenar por el virus.
6. Poner (Tú): ... tu nombre en una lista para un proyecto relacionado con el medio ambiente.
7. Escuchar (ellos): Al principio, la historia era muy interesante y todos ... con atención.
8. Ser (Vosotras): Desde siempre ... artistas talentosas.
9. ... 90 la moda era un tema muy popular.
10. Hacer (Nosotros-/as): Anteayer ... un proyecto relacionado con la experiencia de compartir piso.
Oefening 2: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingGanar (Pretérito imperfecto, indicativo), Ganar (Pretérito indefinido, indicativo), Ganar (Pretérito perfecto, indicativo), Andar (Pretérito indefinido, indicativo), Traer (Pretérito indefinido, indicativo), Andar (Pretérito imperfecto, indicativo), Venir (Pretérito imperfecto, indicativo), Traer (Pretérito imperfecto, indicativo)
1. Él ... la maleta al aeropuerto.
2. Nosotros ... por la montaña hasta la cima.
3. Nosotros ... los biquinis para nadar en el río.
4. Vosotros ... la ropa interior para la semana.
5. Ellos ... los billetes al hacer una reserva.
6. Él ... alimentando a las ovejas en la granja.
7. Ellos ... el premio hace poco.
8. Vosotros ... la competición de fútbol.
9. Él ... el primer lugar en la carrera en la playa.
10. Nosotros ... admirando la belleza del valle.
Oefening 3: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Lopen , Het succes , De mensen , Het virus , De loopbaan , Gedurende , Eerder , Tijdelijk zijn , Zich vermaken , Vrijwilligerswerk
Antwoorden
Score: 0/10
Divertirse | (Zich vermaken) |
El voluntariado | (Vrijwilligerswerk) |
El virus | (Het virus) |
Antes | (Eerder) |
El éxito | (Het succes) |
La gente | (De mensen) |
Durante | (Gedurende) |
Andar | (Lopen) |
La carrera | (De loopbaan) |
Estar de | (Tijdelijk zijn) |
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 5: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
El siglo
|
(De eeuw) |
2.
A lo mejor
|
(Misschien) |
3.
La experiencia
|
(De ervaring) |
4.
Durante
|
(Gedurende) |
5.
Voluntario
|
(Vrijwilliger) |
6.
Anteriormente
|
(Eerder) |
7.
Temporal
|
(Tijdelijk) |
8.
La visita
|
(Het bezoek) |
9.
Cambiar de casa
|
(Verhuizen) |
10.
La década
|
(Het decennium) |
Oefening 6: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden