A2.14: De wereld is enorm! - herhalingsoefeningen
De docent geeft aan het einde van elke les aan welke onderwerpen door elke student kunnen worden voorbereid. De oefeningen kunnen samen tijdens de les of als individuele lesvoorbereiding worden gedaan.
Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.
Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingse puede, Se compran, tiene, Lo peor, asquerosa, fascinante, menor, asquerosas, interesante, vemos
1. ¿Cómo ... proteger a las especies en peligro?
2. ¡Qué ... es la granja en el campo! Siempre me ha dado asco.
3. ... de las moscas es que se sientan en la comida.
4. Pequeño: El búho es ... que el águila pero vuela muy bien de noche.
5. ¡Qué ... son las moscas! No me gusta verlas en casa.
6. Después de ver los elefantes en el safari, Ana dice: "¡Qué ... es admirar a los animales!"
7. Ver: La amapola que ... en el parque es muy pequeña.
8. ... productos ecológicos en la tienda.
9. Tener: La orquídea que ... Marta es azul.
10. Al ver un arcoíris, Juan dice: "¡Qué ... es la naturaleza!"
Oefening 2: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingPlantar (Pretérito perfecto, indicativo), Poder (Presente, indicativo), Ver (Pretérito perfecto, indicativo), Respirar (Presente, indicativo), Plantar (Presente, indicativo), Huir (Presente, indicativo), Regalar (Presente, indicativo), Regalar (Pretérito perfecto, indicativo)
1. Él ... reciclar la basura.
2. Él ... a todos los animales salvajes.
3. Yo te ... este girasol.
4. Vosotros ... del caballo.
5. Vosotros ... dos buitres en el desierto.
6. Ellos ... a muchos animales durante sus vacaciones.
7. Él ... rosas en su jardín.
8. Nosotros ... de los animales.
9. Ellos ... margaritas en su casa.
10. Él le ... tres amapolas.
Oefening 3: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
De zonnebloem , Kunnen , Natuurlijk , De orchidee , Bewonderen , Het oerwoud , Sparen , Bos- , De vos , De soort
Antwoorden
Score: 0/10
Natural | (Natuurlijk) |
Ahorrar | (Sparen) |
Admirar | (Bewonderen) |
La selva | (Het oerwoud) |
El girasol | (De zonnebloem) |
El zorro | (De vos) |
Forestal | (Bos-) |
Poder | (Kunnen) |
La especie | (De soort) |
La orquídea | (De orchidee) |
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 5: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
Poder
|
(Kunnen) |
2.
Regalar
|
(Schenken) |
3.
El medioambiente
|
(Het milieu) |
4.
Interesante
|
(Interessant) |
5.
El olor
|
(De geur) |
6.
Ecológico
|
(Ecologisch) |
7.
El zorro
|
(De vos) |
8.
La selva
|
(Het oerwoud) |
9.
Desagradable
|
(Onaangenaam) |
10.
En peligro
|
(In gevaar) |
Oefening 6: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden