Spaans A1.6: Je leeftijd zeggen - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Vuestra, Cinco, vuestro, Ochenta, Once

1. 80: ...

Ochenta

(Vertaling laden...)

2. 5: ...

Cinco

(Vertaling laden...)

3. ... familia es muy grande.

Vuestra familia es muy grande.

(Jullie familie is heel groot.)

4. 11: ...

Once

(Vertaling laden...)

5. ¿Dónde vive ... primo?

¿Dónde vive vuestro primo?

(Waar woont jullie neef?)

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Hola, yo soy Ana. ¿Cómo te llamas?

Hallo, ik ben Ana. Hoe heet jij?

2. Gracias, nos vemos mañana.

Bedankt, tot morgen.

3. Hola, ¿de dónde eres? Yo soy de España.

Hallo, waar kom jij vandaan? Ik kom uit Spanje.

4. Buenas noches, ¿cómo estás?

Goedenavond, hoe gaat het?

5. Él escribe un libro sobre historia.

Hij schrijft een boek over geschiedenis.

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Jij telt de dagen.

Tú cuentas los días.

2. Goedenavond, hoe gaat het?

Buenas noches, ¿cómo estás?

3. Ik heet Ana.

Yo me llamo ana.

4. Hallo, waar kom jij vandaan? Ik kom uit Spanje.

Hola, ¿de dónde eres? Yo soy de España.

5. Hallo, goedemorgen, hoe gaat het?

Hola, buenos días, ¿cómo estás?