A1.5: Familie - herhalingsoefeningen
De docent geeft aan het einde van elke les aan welke onderwerpen door elke student kunnen worden voorbereid. De oefeningen kunnen samen tijdens de les of als individuele lesvoorbereiding worden gedaan.
Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.
Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingla, Cuatro, quinientos ochenta y nueve, Los, La, El, seiscientos cuarenta y dos, trescientos quince
1. 589: ...
2. ... mano
3. ... casa
4. 642: ...
5. 4: ...
6. 315: ...
7. ... países de Europa son muy diversos.
8. ... policía
9. ... cocinero
10. Madrid es ... ciudad más grande de España.
Oefening 2: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingContar (Presente, indicativo), Llamarse (Presente, indicativo), Vivir (Presente, indicativo), Presentarse (Presente, indicativo), Ser (Presente, indicativo), Estar (Presente, indicativo), Restar (Presente, indicativo)
1. Vosotros ... en el centro de la ciudad.
2. Nosotros ... como voluntarios.
3. Vosotros ... en casa.
4. Nosotros ... los rodríguez.
5. Ellos ... las anécdotas.
6. Vosotros ... los votos.
7. Ella ... con sus padres.
8. Ellos ... juntos desde hace años.
9. Él ... el dinero.
10. Yo ... feliz hoy.
Oefening 3: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
De stad , De nationaliteit , Portugal , Vijf , Hoe gaat het? , Zeggen , Het zes , Finland , Goedemiddag , Negentig
Antwoorden
Score: 0/10
Noventa | (Negentig) |
La ciudad | (De stad) |
La nacionalidad | (De nationaliteit) |
Cinco | (Vijf) |
¿Qué tal? | (Hoe gaat het?) |
Seis | (Het zes) |
Portugal | (Portugal) |
Buenas tardes | (Goedemiddag) |
Decir | (Zeggen) |
Finlandia | (Finland) |
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 5: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
El chico
|
(De jongen) |
2.
Tres
|
(Drie) |
3.
Nos vemos
|
(Tot ziens) |
4.
Estar
|
(Zijn) |
5.
Seis
|
(Het zes) |
6.
Finlandia
|
(Finland) |
7.
Dos
|
(De twee) |
8.
La chica
|
(Het meisje) |
9.
Buenas tardes
|
(Goedemiddag) |
10.
Cuarenta
|
(De veertig) |
Oefening 6: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden