A1.3: Waar kom je vandaan? - herhalingsoefeningen
De docent geeft aan het einde van elke les aan welke onderwerpen door elke student kunnen worden voorbereid. De oefeningen kunnen samen tijdens de les of als individuele lesvoorbereiding worden gedaan.
Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.
Oefening 1: Grammatica herhalingsoefening (laatste 3 lessen)
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingElla, Vosotros, Nosotros, Tú, Él, Nosotras, Usted, Yo, Ellos, Ellas
1. ... hablamos español.
2. ... son amables.
3. ... sois estudiantes.
4. ... son hermanos.
5. ... hablo español.
6. ... es mi amiga.
7. ... es simpático.
8. ... es mi profesor.
9. ... eres mi amigo.
10. ... somos amigas.
Oefening 2: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingLlamarse (Presente, indicativo), Ser (Presente, indicativo), Presentarse (Presente, indicativo), Estar (Presente, indicativo)
1. Ellos ... de vacaciones.
2. Él ... josé.
3. Nosotros ... listos.
4. Nosotros ... los rodríguez.
5. Vosotros ... en la fiesta.
6. Él ... al trabajo a tiempo.
7. Ellos ... como los nuevos vecinos.
8. Él ... mi amigo.
9. Yo ... feliz hoy.
10. Vosotros ... los garcía.
Oefening 3: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
De heer , Goedemorgen , Zeggen , Zijn , Hoe gaat het? , Hoe heet je? , Tot ziens , Zich voorstellen , Schrijven , De naam
Antwoorden
Score: 0/10
El nombre | (De naam) |
El señor | (De heer) |
Buenos días | (Goedemorgen) |
Ser | (Zijn) |
¿Cómo estás? | (Hoe gaat het?) |
Hasta luego | (Tot ziens) |
Decir | (Zeggen) |
Escribir | (Schrijven) |
¿Cómo te llamas? | (Hoe heet je?) |
Presentarse | (Zich voorstellen) |
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 5: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
Buenos días
|
(Goedemorgen) |
2.
Presentarse
|
(Zich voorstellen) |
3.
Despedirse
|
(Zich afscheid nemen) |
4.
Encantado
|
(Aangenaam) |
5.
Hasta luego
|
(Tot ziens) |
6.
El nombre
|
(De naam) |
7.
Nos vemos
|
(Tot ziens) |
8.
Mucho gusto
|
(Aangenaam) |
9.
El señor
|
(De heer) |
10.
La señora
|
(De mevrouw) |
Oefening 6: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden