A1.27: Vormen en vormen - herhalingsoefeningen
De docent geeft aan het einde van elke les aan welke onderwerpen door elke student kunnen worden voorbereid. De oefeningen kunnen samen tijdens de les of als individuele lesvoorbereiding worden gedaan.
Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.
Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingcastaños, cabezas, delgada, menos, estáis, no les gusta, eres, no nos gustan, le gusta, morena
1. La chica ... es muy simpática.
2. No gustar: A ellas ... comer naranjas.
3. Tú ... doctora.
4. Ahora estoy ... porque como bien y hago deporte.
5. Vosotras ... cansadas.
6. No gustar: A nosotros ... las casas grises de la ciudad.
7. Mis ojos son ... como mi pelo.
8. La cabeza: : Las ...
9. El plátano es ... duro que la manzana.
10. Gustar: A ella ... maquillarse.
Oefening 2: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingSecarse (Presente, indicativo), Oír (Presente, indicativo), Maquillarse (Presente, indicativo), Pintarse (Presente, indicativo), Sentirse (Presente, indicativo), Afeitarse (Presente, indicativo), Oler (Presente, indicativo), Gustar (Presente, indicativo)
1. Ellos ... para el evento.
2. Él ... antes de trabajar.
3. Nosotros ... juntos para el evento.
4. Ella ... contenta.
5. Tú ... muy bien.
6. Vosotros ... juntos en el baño.
7. Ellos ... el mar cuando van a la playa.
8. Nosotros ... los domingos.
9. Yo ... la música.
10. Ellos ... a la profesora.
Oefening 3: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Bevallen , Zich opmaken , Blauw , Paars , Het haar , Verbaasd , Zich schilderen , Helder , Het wit , De stilte
Antwoorden
Score: 0/10
Azul | (Blauw) |
Blanco | (Het wit) |
Pintarse | (Zich schilderen) |
Maquillarse | (Zich opmaken) |
Violeta | (Paars) |
Sorprendido | (Verbaasd) |
Gustar | (Bevallen) |
El silencio | (De stilte) |
El pelo | (Het haar) |
Claro | (Helder) |
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 5: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
Azul
|
(Blauw) |
2.
Guapo
|
(Knap) |
3.
Ácido
|
(Zuur) |
4.
Rosa
|
(Roze) |
5.
Tranquilo
|
(Rustig) |
6.
Verde
|
(Groen) |
7.
Gris
|
(Het grijs) |
8.
Afeitarse
|
(Zich scheren) |
9.
Castaño
|
(Kastanjebruin) |
10.
Pintarse
|
(Zich schilderen) |
Oefening 6: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden