Spaans A1.27: Vormen en vormen - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

delgada, eres, no les gusta, estáis, morena

1. La chica ... es muy simpática.

La chica morena es muy simpática.

(Vertaling laden...)

2. No gustar: A ellas ... comer naranjas.

A ellas no les gusta comer naranjas.

(Vertaling laden...)

3. Tú ... doctora.

Tú eres doctora.

(Vertaling laden...)

4. Ahora estoy ... porque como bien y hago deporte.

Ahora estoy delgada porque como bien y hago deporte.

(Vertaling laden...)

5. Vosotras ... cansadas.

Vosotras estáis cansadas.

(Vertaling laden...)

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Nosotros nos maquillamos juntos para el evento.

Wij maken ons samen op voor het evenement.

2. Él se enfada por las pequeñas cosas.

Hij wordt boos om de kleine dingen.

3. Yo me seco después de ducharme.

Ik droog me af na het douchen.

4. Yo me siento bien.

Ik voel me goed.

5. A nosotros nos gusta estudiar español.

Wij houden van Spaans studeren.

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Wij maken ons samen op voor het evenement.

Nosotros nos maquillamos juntos para el evento.

2. Wij ruiken de geur van het familiediner.

Nosotros olemos el aroma de la comida familiar.

3. Ik droog me af na het douchen.

Yo me seco después de ducharme.

4. Zij maken zich op voor het evenement.

Ellos se pintan para el evento.

5. Ik hoor de muziek.

Yo oigo la música.