A1.17: Koken - herhalingsoefeningen
De docent geeft aan het einde van elke les aan welke onderwerpen door elke student kunnen worden voorbereid. De oefeningen kunnen samen tijdens de les of als individuele lesvoorbereiding worden gedaan.
Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.
Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingmil novecientos setenta y uno, pero, Aunque, se lava, el cinco, cuatro y cuarto, te vistes, dos mil veintiocho, primero, te levantas
1. 16:15 PM: Son las ... de la tarde.
2. Él ... los dientes.
3. Tú ... a las seis.
4. Tú ... con ropa cómoda.
5. 14/12/1971: El catorce de diciembre de ....
6. 05/07/2022: ...de julio de dos mil veintidós.
7. 23/7/2028: El veintitrés de julio de ....
8. ... no le gusta el café, hoy bebe uno.
9. Me gusta la leche en el café ... no en el té.
10. 1º: ¿Este piso es el ...?
Oefening 2: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingLlegar (Presente, indicativo), Levantarse (Presente, indicativo), Planear (Presente, indicativo), Lavarse (Presente, indicativo), Beber (Presente, indicativo), Leer (Presente, indicativo), Comer (Presente, indicativo), Empezar (Presente, indicativo)
1. Vosotros ... siempre antes de que empiece la película.
2. Tú ... jugo de naranja.
3. Tú ... justo a tiempo para la reunión.
4. Nosotros ... organizar una fiesta.
5. Él ... café por la mañana.
6. Nosotros ... el proyecto juntos.
7. Ellos ... vino.
8. Vosotros ... demasiado azúcar.
9. Vosotros ... a estudiar muy temprano.
10. Ella ... a la escuela a las 8 en punto.
Oefening 3: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Het Nieuwjaar , Het brood , De derde , De tweede , Dromen , En tien , De Goede Week , Markeren , De middag , Kerstmis
Antwoorden
Score: 0/10
La Navidad | (Kerstmis) |
El Año Nuevo | (Het Nieuwjaar) |
Soñar | (Dromen) |
La Semana Santa | (De Goede Week) |
El segundo | (De tweede) |
El pan | (Het brood) |
Marcar | (Markeren) |
De la tarde | (De middag) |
El tercero | (De derde) |
Y diez | (En tien) |
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 5: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
Y media
|
(En een half) |
2.
Beber
|
(Drinken) |
3.
Soñar
|
(Dromen) |
4.
El té
|
(De thee) |
5.
Comer
|
(Eten) |
6.
El pan
|
(Het brood) |
7.
La manzana
|
(De appel) |
8.
La Semana Santa
|
(De Goede Week) |
9.
Vestirse
|
(Zich aankleden) |
10.
El séptimo
|
(De zevende) |
Oefening 6: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden