A1.11: Seizoenen, maanden en delen van het jaar - herhalingsoefeningen
De docent geeft aan het einde van elke les aan welke onderwerpen door elke student kunnen worden voorbereid. De oefeningen kunnen samen tijdens de les of als individuele lesvoorbereiding worden gedaan.
Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.
Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingde, soleado, Qué, trabajo, Cuántos, helado, viven, ama, húmedo, vivís
1. El clima en la selva es muy ....
2. Ellos ... con sus padres.
3. Hoy está .... Hace buen tiempo.
4. Vosotros ... en una ciudad.
5. ¿... libros lees cada mes?
6. Yo ... como médico.
7. ¿... libro lees?
8. Hoy a las diez ... la noche voy a Portugal.
9. El lago está ... y podemos patinar.
10. Ella ... a su novio.
Oefening 2: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingAmar (Presente, indicativo), Hacer (Presente, indicativo), Estudiar (Presente, indicativo), Celebrar (Presente, indicativo), Comprender (Presente, indicativo), Trabajar (Presente, indicativo), Ver (Presente, indicativo), Quedar (Presente, indicativo)
1. Ellos ... las noticias en la mañana.
2. Ellos ... el deporte.
3. Vosotras ... en el restaurante de siempre.
4. Yo ... con mis amigos los fines de semana.
5. Yo ... todos los días para el examen.
6. Yo ... la televisión todas las noches.
7. Vosotros ... las compras juntos.
8. Yo ... la situación.
9. Yo ... en una oficina.
10. Tú ... en la biblioteca por la tarde.
Oefening 3: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Vervullen , De student , Vertrouwen , De storm , De temperatuur , Breken , De bruid , De ingenieur , De middag , De taart
Antwoorden
Score: 0/10
La tormenta | (De storm) |
La tarde | (De middag) |
La temperatura | (De temperatuur) |
Confiar | (Vertrouwen) |
La tarta | (De taart) |
La novia | (De bruid) |
Cumplir | (Vervullen) |
Romper | (Breken) |
El estudiante | (De student) |
El ingeniero | (De ingenieur) |
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 5: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
La relación
|
(De relatie) |
2.
El viernes
|
(De vrijdag) |
3.
Calor
|
(De warmte) |
4.
La amistad
|
(De vriendschap) |
5.
Fresco
|
(Fris) |
6.
El clima
|
(Het klimaat) |
7.
Hoy
|
(Vandaag) |
8.
Romper
|
(Breken) |
9.
La fiesta
|
(Het feest) |
10.
El periodista
|
(De journalist) |
Oefening 6: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden