Spaans A2.28.2 Een Gezonder Leven

Lucía wil een gezond leven hebben. Ze volgt een uitgebalanceerd dieet en eet minder suiker om zich beter te voelen en meer energie te hebben.

Cuento corto: Una Vida Más Sana

Lucía quiere tener una vida sana. Sigue una dieta equilibrada y come menos azúcar para sentirse mejor y tener más energía.

Spaans A2.28.2 Een Gezonder Leven

A2 Spaans

Niveau: A2

Module 4: Estilo de vida (Levensstijl)

Les 28: Comida y hábitos saludables (Gezonde voeding en gewoontes)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Tekst en vertaling

1. Lucía querría tener una vida más sana. Lucía zou graag een gezonder leven willen hebben.
2. Todos los días sigue una dieta equilibrada. Elke dag volgt zij een dieet dat uitgebalanceerd is.
3. Come más frutas y bebe menos refrescos. Eet meer fruit en drink minder frisdrank.
4. También come meriendas más saludables. Zij eet ook tussendoortjes die gezonder zijn.
5. Se pesa cada semana para ver los cambios que hace su dieta. Ze weegt zich elke week om de veranderingen te zien die haar dieet heeft veroorzaakt.
6. Lucía piensa en ser vegetariana porque cree que sería bueno para su salud. Lucía denkt erover om vegetarisch te worden omdat ze denkt dat het goed zou zijn voor haar gezondheid.
7. También le parece que comiendo más verduras tendría más energía que ahora. Het lijkt haar ook dat door meer groenten te eten ze meer energie zou hebben dan nu.
8. Su merienda típica es un zumo de frutas y verduras verdes. Haar typische tussendoortje is een sap van fruit en groene groenten.
9. Sabe que debería comer menos azúcar para sentirse mejor. Ze weet dat ze zou moeten minder suiker eten om zich beter te voelen.
10. Cambiando algunas cosas Lucía tendrá una dieta equilibrada. Door enkele dingen te veranderen zal Lucía een gebalanceerd dieet hebben.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué quiere cambiar Lucía en su vida?
  2. Wat wil Lucía veranderen in haar leven?
  3. ¿Por qué Lucía piensa en ser vegetariana?
  4. Waarom denkt Lucía erover om vegetariër te worden?
  5. ¿De qué debería comer menos para sentirse mejor?
  6. Waarvan zou ik minder moeten eten om me beter te voelen?
  7. ¿Tú prefieres una merienda saludable o algo dulce? ¿Por qué?
  8. Heb jij liever een gezonde snack of iets zoets? Waarom?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

más, Se pesa, típica, ser vegetariana, refrescos, debería

1.
También le parece que comiendo ... verduras tendría más energía que ahora.
(Ze denkt ook dat als ze meer groenten zou eten, ze meer energie zou hebben dan nu.)
2.
Lucía piensa en ... porque cree que sería bueno para su salud.
(Lucía denkt erover om vegetariër te worden omdat zij gelooft dat het goed zou zijn voor haar gezondheid.)
3.
... cada semana para ver los cambios que hace su dieta.
(Ze weegt zich elke week om de veranderingen te zien die haar dieet maakt.)
4.
Sabe que ... comer menos azúcar para sentirse mejor.
(Ze weet dat ze minder suiker zou moeten eten om zich beter te voelen.)
5.
Come más frutas y bebe menos ....
(Eet meer fruit en drink minder frisdrank.)
6.
Su merienda ... es un zumo de frutas y verduras verdes.
(Haar typische tussendoortje is een sap van fruit en groene groenten.)