Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Tekst en vertaling

1. Laura lleva viviendo en la ciudad desde hace dos años y le gusta su estilo de vida. Laura woont nu al twee jaar in de stad en ze houdt van haar levensstijl.
2. En el presente sigue buscando nuevas actividades para no estar aburrida. In het heden is ze nog steeds op zoek naar nieuwe activiteiten om zich niet te vervelen.
3. Tiene clases de deporte cada semana para relajarse. Ze heeft sportlessen elke week om te ontspannen.
4. Aprende muchas cosas con su profesora. Ze leert veel dingen met haar lerares.
5. Ella también le ayuda a Laura con el cansancio del trabajo. Zij helpt Laura ook met de vermoeidheid van het werk.
6. Laura está cansada pero sigue saliendo con sus amigos los fines de semana. Laura is moe maar blijft uitgaan met haar vrienden in het weekend.
7. No tiene mucho tiempo pero igualmente lleva aprendiendo inglés desde el año pasado. Ze heeft niet veel tijd maar toch leert ze sinds vorig jaar Engels.
8. Ella dice: "Nunca es tarde para aprender algo nuevo." Zij zegt: "Het is nooit te laat om iets nieuws te leren."
9. En este momento está muy contenta con su estilo de vida. Op dit moment is ze heel blij met haar levensstijl.
10. Hace muchas actividades pero le sigue gustando cada día igual que antes. Ze doet veel activiteiten maar ze vindt het elke dag nog evenveel leuk als voorheen.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué actividad hace Laura cada semana? ¿Por qué?
  2. Welke activiteit doet Laura elke week? Waarom?
  3. ¿Qué hace los fines de semana?
  4. Wat doet zij in het weekend?
  5. ¿Qué cree Laura de su estilo de vida?
  6. Wat denkt Laura over haar levensstijl?
  7. ¿Qué actividades haces en tu tiempo libre?
  8. Welke activiteiten doe je in je vrije tijd?
  9. ¿Qué haces contra el cansancio en tu día a día?
  10. Wat doe je tegen de vermoeidheid in je dagelijks leven?

Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

clases de, saliendo con, igualmente, presente, momento, cansancio

1.
En el ... sigue buscando nuevas actividades para no estar aburrida.
(Op dit moment blijft ze nieuwe activiteiten zoeken om zich niet te vervelen.)
2.
En este ... está muy contenta con su estilo de vida.
(Op dit moment is ze erg tevreden met haar levensstijl.)
3.
No tiene mucho tiempo pero ... lleva aprendiendo inglés desde el año pasado.
(Ze heeft niet veel tijd maar leert toch sinds vorig jaar Engels.)
4.
Ella también le ayuda a Laura con el ... del trabajo.
(Zij helpt Laura ook met de vermoeidheid van het werk.)
5.
Tiene ... deporte cada semana para relajarse.
(Ze heeft elke week sportlessen om te ontspannen.)
6.
Laura está cansada pero sigue ... sus amigos los fines de semana.
(Laura is moe maar blijft in het weekend met haar vrienden uitgaan.)