10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.44.3 Laten we naar een tentoonstelling gaan kijken!

We leren over de verschillende disciplines van de kunst.

Cuento corto: ¡Vamos a ver una exposición!

Aprendemos sobre las distintas disciplinas del arte.

A1.44.3 Laten we naar een tentoonstelling gaan kijken!

A1 Spaans

Niveau: A1

Module 6: La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)

Les 44: Música y arte (Muziek en kunst)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio with translations
Audio with translations

Tekst en vertaling

1. A Ana y a Pedro les encanta el arte. Ana en Pedro zijn dol op kunst.
2. Los dos aman ver espectáculos. Beiden houden ervan om shows te kijken.
3. ¡Ana ha ido a quince conciertos en su vida! Ana is naar vijftien concerten in haar leven geweest!
4. Pedro prefiere ver exposiciones. Pedro geeft de voorkeur aan het bekijken van tentoonstellingen.
5. Este viernes ellos van a ver una exposcición en el Museo del Prado. Aanstaande vrijdag gaan zij een tentoonstelling bekijken in het Museo del Prado.
6. Luego van a ir a un concierto. Daarna zullen ze naar een concert gaan.
7. A Pedro no le interesa mucho este concierto. Pedro is niet zo geïnteresseerd in dit concert.
8. A Ana tampoco pero van con sus amigos. Van a cantar juntos. Ana ook niet, maar ze gaan met hun vrienden. Ze gaan zingen samen.
9. También van a bailar. Ze gaan ook dansen.
10. Va a ser un baile de estilo libre. Het wordt een vrije stijl dans.
11. Van a estar cansados después de todo el día. Ze zullen moe zijn na de hele dag.
12. El sábado solo van a ir al cine. Zaterdag gaan ze alleen naar de bioscoop.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿A cuántos conciertos ha ido Ana?
  2. Naar hoeveel concerten is Ana geweest?
  3. ¿Qué hace Pedro el viernes?
  4. Wat doet Pedro vrijdag?
  5. Verdadero/Falso: Ana y Pedro van al concierto el domingo.
  6. Waar/Fals: Ana en Pedro gaan zondag naar het concert.
  7. ¿A ti te gusta ir de cociertos?
  8. Vind jij het leuk om naar concerten te gaan?

Oefening 2: Kies het juiste woord

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

concierto, cantar, cine, bailar, baile, exposiciones, espectáculos, arte

1. Pedro prefiere ver ....

Pedro prefiere ver exposiciones.
(Pedro geeft de voorkeur aan het bekijken van tentoonstellingen.)

2. Va a ser un ... de estilo libre.

Va a ser un baile de estilo libre.
(Het zal een vrije-stijl dans zijn.)

3. Luego van a ir a un ....

Luego van a ir a un concierto.
(Daarna gaan ze naar een concert.)

4. El sábado solo van a ir al ....

El sábado solo van a ir al cine.
(Op zaterdag gaan ze alleen naar de bioscoop.)

5. Los dos aman ver ....

Los dos aman ver espectáculos.
(Ze houden allebei van het kijken naar shows.)

6. A Ana y a Pedro les encanta el ....

A Ana y a Pedro les encanta el arte.
(Ana en Pedro zijn dol op kunst.)

7. A Ana tampoco pero van con sus amigos. Van a ... juntos.

A Ana tampoco pero van con sus amigos. Van a cantar juntos.
(Ana ook niet, maar ze gaan met hun vrienden. Ze gaan samen zingen.)

8. También van a ....

También van a bailar.
(Ze gaan ook dansen.)

Oefening 3: Orden de woorden

Instructie: Zet de woorden in de juiste volgorde en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

1. exposiciones. | prefiere | Pedro | ver

Pedro prefiere ver exposiciones.
(Pedro geeft de voorkeur aan het bekijken van tentoonstellingen.)

2. baile de | Va a | estilo libre. | ser un

Va a ser un baile de estilo libre.
(Het zal een vrije-stijl dans zijn.)

3. a ir | concierto. | Luego van | a un

Luego van a ir a un concierto.
(Daarna gaan ze naar een concert.)

4. solo van | a ir | al cine. | El sábado

El sábado solo van a ir al cine.
(Op zaterdag gaan ze alleen naar de bioscoop.)

5. aman | dos | espectáculos. | ver | Los

Los dos aman ver espectáculos.
(Ze houden allebei van het kijken naar shows.)

6. encanta el | arte. | A Ana | Pedro les | y a

A Ana y a Pedro les encanta el arte.
(Ana en Pedro zijn dol op kunst.)

7. tampoco pero | A Ana | Van a | cantar juntos. | sus amigos. | van con

A Ana tampoco pero van con sus amigos. Van a cantar juntos.
(Ana ook niet, maar ze gaan met hun vrienden. Ze gaan samen zingen.)

8. bailar. | van | a | También

También van a bailar.
(Ze gaan ook dansen.)

Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Espectáculos
(Voorstellingen)
2. Cantar
(Zingen)
3. Arte
(Kunst)
4. Concierto
(Concert)
5. Exposiciones
(Tentoonstellingen)
6. Bailar
(Dansen)
7. Cine
(Bioscoop)
8. Baile
(Dans)