Lijdende vorm met ser + participio

De lijdende vorm wordt gebruikt om uitgevoerde acties aan te geven.

Gramática: Voz pasiva con ser + participio

A1 Spaans lijdende vorm tegenwoordige tijd

Niveau: A1

Module 6: La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)

Les 45: Música y arte (Muziek en kunst)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

  1. Er wordt gebruik gemaakt van de formule ser + participio + "por" + onderwerp.
  2. Het participium stemt in geslacht en aantal overeen met het onderwerp.
  3. "Ser" wordt vervoegd volgens de tijd van de zin.
Discurso directoFormúlaDiscurso indirecto
El teatro organiza el concierto. (Het theater organiseert het concert.)Ser + participio + porEl evento es presentado en el teatro. (Het evenement wordt gepresenteerd in het theater.)
En el teatro se presenta la obra. (In het theater wordt het stuk opgevoerd.)Ser + participioLa obra es vusta en el museo. (Het werk wordt gezien in het museum.)
Los estudiantes ven la exposición. (De studenten bekijken de tentoonstelling.)Ser + participio + porLa exposición es visitada por los estudiantes. (De tentoonstelling wordt bezocht door de studenten.)

Uitzonderingen!

  1. Het complement 'por' wordt alleen gebruikt als het noodzakelijk is.
  2. In de lijdende vorm ontvangt het onderwerp de actie, het voert deze niet uit.

Oefening 1: Voz pasiva con ser + participio

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

es estudiado, es pintado, es vista, es escuchada, es visitado, es mostrado

1.
El público ve la exposición -> La exposición ... por el público.
(De tentoonstelling wordt door het publiek bekeken.)
2.
En la discoteca se escucha la música -> La música ... en la discoteca.
(De muziek wordt gehoord in de discotheek.)
3.
En el museo se pinta el cuadro -> El cuadro ... en el museo.
(Het schilderij wordt in het museum geschilderd.)
4.
En el cine se ve la película -> La película ... en el cine.
(De film wordt in de bioscoop gezien.)
5.
Muchas personas visitan el museo -> El museo ... por muchas personas.
(Het museum wordt door veel mensen bezocht.)
6.
En muchas casas se ve la televisión -> La televisión ... en muchas casas.
(De televisie wordt in veel huizen bekeken.)
7.
En todo el mundo se estudia el arte -> El arte ... en todo el mundo.
(Kunst wordt over de hele wereld bestudeerd.)
8.
En el museo se muestra el arte -> El arte ... en el museo.
(De kunst wordt in het museum getoond.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

es visitado


wordt bezocht

2

es pintado


wordt geschilderd

3

son pintadas


worden geschilderd

4

es estudiado


wordt bestudeerd