Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

  1. Het voltooid deelwoord stemt overeen in geslacht en getal met het onderwerp.
  2. "Ser" wordt vervoegd volgens de tijd van de zin.
Discurso directo (Directe rede)Formúla (Formule)Discurso indirecto (Indirecte rede)
El teatro organiza el concierto. (Het theater organiseert het concert.)Ser + participio El evento es presentado en el teatro. (Het evenement wordt gepresenteerd in het theater.)
En el teatro se presenta la obra. (Het stuk wordt in het theater opgevoerd.)Ser + participioLa obra es vista en el museo. (Het werk wordt gezien in het museum.)
Los estudiantes ven la exposición. (De tentoonstelling wordt door de studenten bezocht.)Ser + participio + porLa exposición es visitada por los estudiantes. (De tentoonstelling wordt bezocht door de studenten.)

Uitzonderingen!

  1. Het complemento 'por' wordt alleen gebruikt als dat nodig is.
  2. In de lijdende vorm ontvangt het onderwerp de handeling, het voert die niet uit.

Oefening 1: Voz pasiva con ser + participio

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

es estudiado, es pintado, es vista, es escuchada, es visitado, es mostrado

1. El público ve la exposición:
La exposición ... por el público.
(De tentoonstelling wordt door het publiek gezien.)
2. En la discoteca se escucha la música:
La música ... en la discoteca.
(De muziek wordt in de discotheek gehoord.)
3. En el museo se pinta el cuadro:
El cuadro ... en el museo.
(Het schilderij wordt in het museum geschilderd.)
4. En el cine se ve la película:
La película ... en el cine.
(De film wordt in de bioscoop bekeken.)
5. Muchas personas visitan el museo:
El museo ... por muchas personas.
(Het museum wordt door veel mensen bezocht.)
6. En muchas casas se ve la televisión:
La televisión ... en muchas casas.
(De televisie wordt in veel huizen gezien.)
7. En todo el mundo se estudia el arte:
El arte ... en todo el mundo.
(Kunst wordt over de hele wereld bestudeerd.)
8. En el museo se muestra el arte:
El arte ... en el museo.
(De kunst wordt in het museum getoond.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. La exposición ______ visitada por turistas de todo el mundo.

(De tentoonstelling wordt bezocht door toeristen van over de hele wereld.)

2. El concierto ______ organizado por la sala de música.

(Het concert wordt georganiseerd door de muziekzaal.)

3. La obra de arte ______ admirada por muchos visitantes.

(Het kunstwerk wordt bewonderd door veel bezoekers.)

4. El museo ______ visitado cada día por cientos de personas.

(Het museum wordt elke dag door honderden mensen bezocht.)

5. La exposición ______ preparada por los organizadores con mucho cuidado.

(De tentoonstelling wordt door de organisatoren met veel zorg voorbereid.)

6. El evento ______ anunciado por la radio local.

(Het evenement wordt aangekondigd door de lokale radio.)