De betrekkelijke "que" Delen Gekopieerd!
Que wordt gebruikt in betrekkelijke zinnen om meer informatie te geven over het zelfstandig naamwoord.
Gramática: El relativo "que"
A2 Spaans Wat
Niveau: A2
Module 4: Estilo de vida (Levensstijl)
Les 28: Comida y hábitos saludables (Gezonde voeding en gewoontes)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- De betrekkelijke bijzin met "que" staat altijd samen met het zelfstandig naamwoord waarop het betrekking heeft.
- "Que" verwijst naar dingen of personen.
- Het wordt gevormd door: zelfstandig naamwoord + "que" + werkwoord + bijzin.
Sustantivo | Sustantivo = que relativo | Ejemplo |
---|---|---|
La merienda | Que + verbo + subordinada | La merienda que comí en el restaurante fue saludable. (Het tussendoortje dat ik in het restaurant at was gezond.) |
El refresco | Que + verbo + subordinada | El refresco que bebimos ayer estuvo bien. (De frisdrank die we gisteren dronken was goed.) |
El menú | Que + verbo + subordinada | El menú que queremos tiene verduras. (Het menu dat we willen heeft groenten.) |
Mi amiga | Que + verbo + subordinada | Mi amiga, que me ha recomendado esta dieta también, me ha mostrado unos ejercicios. (Mijn vriendin, die me dit dieet ook heeft aanbevolen, heeft me enkele oefeningen laten zien.) |
Oefening 1: El relativo "que"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Beber (Yo), Comer (Ellos), Tomar (Nosotros), que ha preparado, Hacer (Tú), que haces, que bebí, Preparar (Ella), Preparar (Vosotros): , Seguir (Yo), que necesito, que comieron, que tomamos, Necesito (Yo), que preparasteis, que sigo
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Necesito (Yo)
Ik heb nodig
2
que tomamos
die we drinken
3
Comer (Ellos)
Zij eten
4
Practicar (Ella)
Zij beoefent