De onvoltooide verleden tijd of de voltooid verleden tijd? Delen Gekopieerd!
Korte uitleg over het verschil tussen de imperfecto en de indefinido.
Gramática: ¿El pretérito imperfecto o el pretérito indefinido?
A2 Spaans De imperfectum verleden tijd versus de preteritum
Niveau: A2
Module 2: El buen pasado (De goeie oude tijd)
Les 12: Mi tiempo en la escuela (Mijn tijd op school)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- De pretérito indefinido wordt gebruikt voor handelingen die in het verleden zijn begonnen en geëindigd en om een reeks gebeurtenissen te vertellen die in het verleden hebben plaatsgevonden.
- De imperfectum wordt gebruikt om situaties of acties in uitvoering in het verleden te beschrijven.
- Je kunt de imperfectum gebruiken voor de context en de indefinido voor specifieke acties.
- Beide tijden kunnen in hetzelfde verhaal voorkomen.
Tiempo verbal | Regla | Ejemplo |
---|---|---|
Pretérito Indefinido | Una acción que pasó y terminó en el pasado (Een actie die plaatsvond en eindigde in het verleden) | Aprobé el máster en 2022 (Ik behaalde de master in 2022) |
Pretérito Indefinido | Evento en el pasado (Gebeurtenis in het verleden) | El profesor suspendió la clase por la lluvia (De leraar annuleerde de les vanwege de regen.) |
Pretérito Imperfecto | Acción habitual o repetida en el pasado (Gewoonte of herhaalde actie in het verleden) | Siempre enseñaba en la escuela primaria (Altijd gaf les op de basisschool) |
Pretérito Imperfecto | Cómo era un lugar o situación en el pasado (Hoe een plaats of situatie in het verleden was) | La escuela era antigua y tenía patio grande (De school was oud en had een grote binnenplaats.) |
Pretérito Imperfecto + Pretérito Indefinido | El imperfecto describe la situación y el indefinido dice qué pasó (De imperfectum beschrijft de situatie en de onvoltooid verleden tijd zegt wat er gebeurde.) | Mientras veníamos de clase, llamó mi madre (Terwijl we van de les kwamen, belde mijn moeder.) |
Oefening 1: ¿El pretérito imperfecto o el pretérito indefinido?
Instructie: Vul het juiste woord in.
encontré, organizó, explicaba, enseñabas, venían, venía, suspendimos, escribían, tenía, aprobé
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
escribían
schreven
2
aprobé
ik slaagde
3
enseñabas
gaf jij les
4
tenía
had