"Estar" + participio Delen Gekopieerd!
De deelwoorden worden gecombineerd met het werkwoord "estar" om tijdelijke toestanden of condities te beschrijven.
Gramática: "Estar" + participio
A1 Spaans Deelwoord als bijvoeglijk naamwoord + "zijn"
Niveau: A1
Module 6: La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)
Les 38: Servicios cotidianos (Dagelijkse diensten)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- Ze kunnen emoties, fysieke toestanden of tijdelijke situaties beschrijven.
- Ze moeten qua geslacht en aantal overeenkomen met het zelfstandig naamwoord dat ze beschrijven.
Terminación | Verbo | Ejemplos |
---|---|---|
-ar | alquilar | La peluquería alquilada es muy moderna. (De gehuurde kapperzaak is heel modern.) |
-er | vender | El coche vendido pasa por la comisaría (De auto verkocht rijdt langs het politiebureau). |
-ir | vivir | Las experiencias vividas en la escuela son interesantes. (De beleefde ervaringen op school zijn interessant.) |
-ar | estar + usar | La oficina de correos está usada por otra empresa. (Het postkantoor is gebruikt door een ander bedrijf.) |
-er | estar + vender | El hospital está vendido a una empresa grande. (Het ziekenhuis is verkocht aan een groot bedrijf.) |
-ir | estar + vivir | Las historias están vividas por los estudiantes en la universidad. (De verhalen worden beleefd door de studenten aan de universiteit.) |
Oefening 1: "Estar" + participio
Instructie: Vul het juiste woord in.
preparadas, preparado, cerradas, abierta, vendido, organizada, cerrada, alquilada
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
preparadas
klaar
2
vendido
verkochte
3
organizada
georganiseerd
4
preparado
voorbereid