- Geeft een doel of intentie aan of legt het doel van een handeling uit.
Fórmula (Formule) | Ejemplo (Voorbeeld) | Explicación (Uitleg) |
---|---|---|
para + infinitivo | Voy a España para visitar Madrid. (Ik ga naar Spanje om Madrid te bezoeken.) | Indica el propósito de la acción. (Geeft het doel van de handeling aan.) |
para + infinitivo | Traigo gafas de sol para viajar. (Ik draag een zonnebril om te reizen.) | Intención al traer un objeto. (Intentie bij het meenemen van een voorwerp.) |
para + infinitivo | Estudiamos mapas para no perdernos. (We bestuderen kaarten om niet te verdwalen.) | Indica el propósito de la acción. (Geeft het doel van de handeling aan.) |
para + infinitivo | Voy a la agencia para comprar billetes. (Ik ga naar het bureau om kaartjes te kopen.) | Finalidad de la acción. (Doel van de handeling.) |
para + infinitivo | Voy de viaje para descansar. (Ik ga op reis om uit te rusten.) | Finalidad del viaje. (Doel van de reis.) |
para + infinitivo | Tomamos el vuelo para viajar a Madrid. (We nemen de vlucht om naar Madrid te reizen.) | Propósito del vuelo. (Doel van de vlucht.) |
Uitzonderingen!
- Het wordt niet gebruikt met verschillende onderwerpen. Het is altijd hetzelfde onderwerp.
Oefening 1: Para + infinitivo
Instructie: Vul het juiste woord in.
organizar, llegar, protegerme, nadar, tomar, llevar, ir, bañarme
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste zin die de structuur 'om te + infinitief' gebruikt, waarmee doel of intentie wordt aangegeven, met hetzelfde onderwerp in beide delen.