Vragende woorden: "dónde, cuál, qué, por qué" Delen Gekopieerd!
Leer hoe je "dónde" en "cuál" in het Spaans zegt.
Gramática: Palabras interrogativas: "dónde, cuál, qué, por qué"
A1 Spaans Vraagwoorden waar welke wat
Niveau: A1
Module 1: Presentarse (Jezelf voorstellen)
Les 7: Profesiones y estudios (Beroepen en studies)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- Cuál heeft een meervoudsvorm, cuáles.
- Het vraagwoord wordt aan het begin van de zin geplaatst.
- Gebruik de vraagtekens aan het begin (¿) en aan het einde (?).
- Vraagwoorden hebben een accent.
Palabra interrogativa | Ejemplo |
---|---|
Dónde | ¿Dónde está el parque? (Waar is het park?) ¿Dónde vives? (Waar woon je?) |
Cuál | ¿Cuál es tu número de teléfono? (Wat is je telefoonnummer?) ¿Cuáles son tus libros favoritos? (Wat zijn jouw favoriete boeken?) |
Qué | ¿Qué quieres cenar? (Wat wil je eten?) ¿Qué hora es? (Hoe laat is het?) |
Por qué | ¿Por qué te dedicas a la ingeniería? (Waarom houd je je bezig met ingenieurswerk?) ¿Por qué estudias medicina? (Waarom studeer je medicijnen?) |
Oefening 1: Palabras interrogativas: "dónde, cuál, qué, por qué"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Cuáles, Dónde, Qué, Por qué, Cuál
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Por qué
Waarom
2
Qué
Welke
3
Cuáles
Welke
4
Dónde
Waar