- De pretérito indefinido wordt gebruikt voor acties die op een specifiek moment in het verleden plaatsvonden en werden afgerond.
- De onvoltooid verleden tijd wordt gebruikt om gewoonten, situaties en toestanden in het verleden te beschrijven.
- De voltooid tegenwoordige tijd wordt gebruikt voor verleden acties die relevant zijn in het heden of nog actueel zijn.
Tiempo verbal (Werkwoordstijd) | Regla (Regel) | Ejemplo (Voorbeeld) |
---|---|---|
Pretérito imperfecto | Acciones en progreso o habituales en el pasado (Acties in uitvoering of gebruikelijk in het verleden) | Cuando era joven, viajaba cada verano a la playa. |
Pretérito indefinido | Acciones completadas en el pasado (Voltooide acties in het verleden) | El mes pasado, compré un billete de avión. |
Pretérito perfecto | Acciones pasadas que afectan el presente (Verleden handelingen die het heden beïnvloeden) | Hoy, he visitado el museo y me ha encantado. |
Oefening 1: Los tiempos del pasado (resumen)
Instructie: Vul het juiste woord in.
hemos reservado, elegí, votaron, fuimos, Visité, elegía, votaba, votabas
1.
Votar:
Tú ... cada año en las elecciones.
(Je stemde elk jaar bij de verkiezingen.)
2.
Elegir:
El año pasado, ... a mi representante en el parlamento.
(Vorige jaar heb ik mijn vertegenwoordiger in het parlement gekozen.)
3.
Ir:
Nosotros ... a la sede electoral el domingo pasado.
(Wij gingen afgelopen zondag naar het stembureau.)
4.
Elegir:
Yo ... siempre la opción correcta.
(Ik koos altijd de juiste optie.)
5.
Votar:
Cuando era joven, ... por diferentes partidos políticos.
(Toen ik jong was, stemde ik op verschillende politieke partijen.)
6.
Visitar (yo):
... varias oficinas electorales en la ciudad la semana pasada.
(Ik heb vorige week verschillende stembureaus in de stad bezocht.)
7.
Votar:
Ellos ... en las últimas elecciones.
(Zij stemden bij de laatste verkiezingen.)
8.
Reservar (nosotros):
Hoy, ... el lugar para votar.
(Vandaag hebben we de locatie gereserveerd om te stemmen.)
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
fuimos
gingen
2
elegí
koos
3
Visité
Ik bezocht
4
hicieron
zij hielden