- De indirecte voornaamwoorden geven aan voor wie de actie van het werkwoord wordt uitgevoerd.
- Indirecte objectvoornaamwoorden worden geplaatst voor het vervoegde werkwoord of worden verbonden aan het einde van een infinitief of gerundium.
Pronombre (Voornaamwoord) | Ejemplo (Voorbeeld) |
---|---|
Me | El recepcionista me ha explicado cómo hacer el check in. (De receptionist heeft mij uitgelegd hoe ik moet inchecken.) |
Te | ¿Te han dado la llave de habitación? (Hebben ze je de sleutel van de kamer gegeven?) |
Le | El guía le ha dado la llave. (De gids heeft hem de sleutel gegeven.) |
Nos | El hotel nos ha ofrecido una solución rápida. (Het hotel heeft ons een snelle oplossing geboden.) |
Os | La recepcionista os ha ayudado con el problema de check in. (De receptioniste heeft jullie geholpen met het probleem bij de check-in.) |
Les | Les explicamos el problema al recepcionista. (Les legden we het probleem uit aan de receptionist.) |
Oefening 1: Los pronombres de objeto indirecto: "Me, Te, Le, Nos, Os, Les"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Les, nos, me, Te, Os
1.
A tí: ¿... están ofreciendo un servicio extra?
(Wordt er jou een extra dienst aangeboden?)
2.
A tí: ... dicen el proceso de check-in.
(Ze vertellen je het incheckproces.)
3.
A mí: La agencia ... recomienda una buena habitación.
(Mij: Het bureau raadt me een goede kamer aan.)
4.
A nosotros: El recepcionista ... muestra la salida.
(Aan ons: De receptionist wijst ons de uitgang.)
5.
A ellos: ¿... dan una copia del carné de conducir?
(Krijgen zij een kopie van het rijbewijs?)
6.
A mí: El recepcionista ... da la llave ahora.
(De receptionist geeft mij nu de sleutel.)
7.
A vosotros: ¿... dan la llave de acceso en recepción?
(Krijgen jullie de toegangssleutel bij de receptie?)
8.
A nosotros: El hotel ... envía un mensaje.
(Aan ons: Het hotel stuurt ons een bericht.)
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
le
hem
2
me
mij
3
Os
Jullie
4
Les
Hun