A2.26.2 De meewerkend voorwerp voornaamwoorden
De indirecte voornaamwoorden in het Spaans worden gebruikt om aan te geven aan wie of voor wie een handeling wordt verricht.
Gramática: Los pronombres de objeto indirecto
A2 Spaans Indirect object pronouns
Niveau: A2
Module 4: Trabajar y estudiar (Werk en studie)
Les 26: Entrevista de trabajo (Sollicitatiegesprek)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- De indirecte voornaamwoorden geven aan voor wie de actie van het werkwoord wordt uitgevoerd.
- Ze staan vóór de vervoegde werkwoordsvorm en zijn vast aan het infinitief of gerundium.
- Om te verduidelijken naar wie je verwijst, kun je “a mí, él, ella, usted, nosotros/-as, vosotros/-as, ellos/-as, ustedes” toevoegen.
Pronombre | Ejemplo |
---|---|
Me (Mij) | Juan me ha ayudado a encontrar un trabajo. |
Te (Je) | Puedo mostrarte todos los beneficios en la multinacional. (Ik kan je alle voordelen in de multinational laten zien.) |
Le (hem) | ¿Le enviaste los detalles del contrato a Juan? (Heb je hem de details van het contract naar Juan gestuurd?) |
Nos (Ons) | Nos han preparado todos los documentos para firmar. (Ons hebben alle documenten voorbereid om te ondertekenen.) |
Os (jullie) | Os enviaron los detalles de la vacante disponible. (Ze stuurden jullie de details van de beschikbare vacature.) |
Les (Hun) | Van a enviarles los contratos para firmarlos mañana. (Ze gaan hen de contracten sturen om ze morgen te ondertekenen.) |
Oefening 1: De meewerkend voorwerp voornaamwoorden
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingte, le, les, Os, me, Me, nos
1. A María ... han dicho que el jefe no está disponible para la reunión.
2. Queremos recordar... a todos sobre la vacante en nuestra empresa.
3. ... han dicho en los recursos humanos que tengo que firmar el contrato hoy.
4. ... han preparado los documentos que debéis presentar en la multinacional.
5. A nosotros ... están enviando la lista de requisitos para el evento.
6. Si quieres, ... ayudo a memorizar los nombres de tus jefes.
7. El jefe ... subió el salario a Juan.
8. A mí ... mostraron todos los beneficios cuando firmé el contrato.
9. ¿No te parece muy bajo el salario que ... están dando?
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
Me
|
(Mij) |
2.
Te
|
(Je) |
3.
Les
|
(Hun) |
4.
Me
|
(Ik) |
5.
Os
|
(Jullie) |
6.
Le
|
(Hem) |
7.
Nos
|
(Ons) |