De directe voornaamwoorden: "Lo", "La", "Los", "Las" Delen Gekopieerd!
Lijdend voorwerpsvoornaamwoorden vervangen een zelfstandig naamwoord om herhalingen te voorkomen.
Gramática: Los pronombres de objeto directo: "Lo", "La", "Los", "Las"
A2 Spaans Lijdend voorwerp voornaamwoorden
Niveau: A2
Module 1: Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!)
Les 6: En el hotel (Op hotel)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- Directe objectvoornaamwoorden moeten overeenkomen in geslacht en aantal met het zelfstandig naamwoord dat ze vervangen.
- Ze worden meestal voor het werkwoord geplaatst.
Pronombres (Voornaamwoorden) | Ejemplo (Voorbeeld) |
---|---|
Lo | ¿Has visto el recepcionista? (Heb je de receptionist gezien?) ¿Lo has visto? (Heb je het hem gezien?) |
Hemos reportado el problema. (We hebben het probleem gemeld.) Lo hemos reportado. (We hebben het gerapporteerd.) | |
La | Ella ha entregado la llave en recepción. (Zij heeft de sleutel bij de receptie ingeleverd.) Ella la ha entregado en recepción. (Zij heeft het bij de receptie afgegeven.) |
Veo la recepción desde aquí. (Ik zie de receptie vanaf hier.) La veo desde aquí. (Ik zie haar van hier.) | |
Los | He solicitado los servicios extra. (Ik heb de diensten extra aangevraagd.) Los he solicitado. (Ze heb ik aangevraagd.) |
Las | El cliente ha pedido las llaves. (De klant heeft om de sleutels gevraagd.) El cliente las ha pedido. (De klant heeft ze besteld.) |
Oefening 1: Los pronombres de objeto directo: "Lo", "La", "Los", "Las"
Instructie: Vul het juiste woord in.
los, las, lo, la
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
las
ze
2
la
ze
3
los
ze
4
lo
het