De gerundio, de drie vervoegingen

Het gerundio is een onpersoonlijke vorm van het werkwoord die een actie in uitvoering uitdrukt.

Gramática: El gerundio, las tres conjugaciones

A2 Spaans Gerundium in de drie vervoegingen

Niveau: A2

Module 5: Planes para el futuro (Toekomstplannen)

Les 35: Mi propio negocio (Mijn eigen bedrijf)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio met vertalingen

  1. Werkwoorden op -ar vormen het gerundium met de stam + "-ando", zoals in "trabajar -> trabaj-ando".
  2. Werkwoorden die eindigen op -er/-ir vormen het gerundium met de stam + "-iendo", zoals in "cumplir -> cumpliendo".
Tipo (Type)Infinitivo (Infinitief)Gerundio (Gerundium)Ejemplo (Voorbeeld)
Regular -arTrabajarTrabajandoEstoy trabajando en mi empresa. (Ik ben aan het werken bij mijn bedrijf.)
Regular -erComerComiendoEstamos comiendo en la oficina. (We zijn aan het eten op kantoor.)
Regular -irVivirViviendoEstá viviendo su sueño. (Hij leeft zijn droom.)
IrregularLeerLeyendoEstá leyendo el contrato. (Hij is het contract aan het lezen.)
IrregularIrYendoEstoy yendo a la gestoría. (Ik ben naar het administratiekantoor aan het gaan.)
IrregularHuirHuyendoEstá huyendo del problema. (Hij is voor het probleem op de vlucht.)
IrregularOírOyendoEstamos oyendo un anuncio. (We zijn een aankondiging aan het luisteren.)
IrregularDecirDiciendoEstá diciendo la idea claramente. (Hij legt het idee duidelijk uit.)
IrregularVenirViniendoMi socio está viniendo a la reunión. (Mijn partner komt naar de vergadering.)
IrregularDormirDurmiendoEstá durmiendo después de trabajar. (Hij slaapt na het werken.)

 

Uitzonderingen!

  1. Sommige werkwoorden hebben een onregelmatige vorm: ir → yendo, leer → leyendo.

Oefening 1: El gerundio, las tres conjugaciones

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

empezando, soñando, creando, trabajando, pensando, viviendo, desarrollando, hablando

1.
Estoy ... un nuevo proyecto con mi socio.
(Ik ben een nieuw project aan het ontwikkelen met mijn partner.)
2.
Estás ... a tener buenas ideas para el negocio.
(Je begint goede ideeën voor het bedrijf te krijgen.)
3.
El empresario está ....
(De ondernemer is aan het werk.)
4.
Vamos ... de nuestras dudas y esperanzas.
(We praten over onze twijfels en verwachtingen.)
5.
Mi socio está ... un plan para cumplir deseos.
(Mijn partner is een plan aan het maken om wensen te vervullen.)
6.
El empresario sigue ... con su propio negocio.
(De ondernemer blijft dromen van zijn eigen bedrijf.)
7.
Estamos ... en tener un negocio propio.
(We denken eraan om een eigen bedrijf te hebben.)
8.
Estoy ... un sueño hecho realidad.
(Ik leef een droom die uitkomt.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

soñando


dromen

2

desarrollando


ben aan het ontwikkelen

3

viniendo


komt

4

empezando


begint