Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

  1. Werkwoorden op -ar vormen de gerundium met de stam + "-ando", zoals in trabajar -> trabaj-ando.
  2. Werkwoorden op -er/-ir vormen het gerundium met de stam + "-iendo", zoals bij cumplir -> cumpliendo.
  3. Het kan ook een imperfektieve waarde hebben, dat wil zeggen dat het kan worden gebruikt om iets uit het verleden te beschrijven.
Tipo (Type)Verbo (Werkwoord)Gerundio (Gerundium)Ejemplo (Voorbeeld)
Regular -arCrearCreandoEstaban creando una familia con mucho amor. (Ze waren een gezin aan het creëren met veel liefde.)
Regular -erEsperarEsperandoEstábamos esperando al bebé en casa. (We waren de baby thuis aan het verwachten.)
Regular -irVivirViviendoEstaban viviendo juntos desde hace un año. (Ze woonden al een jaar samen.)
IrregularDecirDiciendoEstábamos diciendo la idea claramente. (We waren de idee duidelijk aan het zeggen.)
IrregularLeerLeyendoEstuviste leyendo el contrato. (Je was het contract aan het lezen.)
IrregularIrYendoEstaba yendo a la gestoría. (Ik was naar het administratiekantoor aan het gaan.)
IrregularOírOyendoEstaba oyendo un anuncio. (Ik was een aankondiging aan het horen.)
IrregularVenirViniendoMi socio estaba viniendo a la reunión. (Mijn partner was aan het komen naar de vergadering.)
IrregularDormirDurmiendoEstaba durmiendo después de trabajar. (Ik was aan het slapen na het werken.)
IrregularCaberCabiendoLa pareja estaba cabiendo justo en el coche. (Het paar paste precies in de auto.)

Uitzonderingen!

  1. Sommige werkwoorden hebben een onregelmatige vorm: ir → yendo, leer → leyendo.

Oefening 1: El gerundio, las tres conjugaciones

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Estaban cabiendo, Estaba deseando, Estaba casándome, Estaba muriendo, Estaban divorciándose, Estaban formando, Estaba creando, Estaba viviendo

1. Crear:
... un deseo para el futuro.
(Ik was een wens voor de toekomst aan het creëren.)
2. Caber:
... justo en el coche con la mascota.
(Ze pasten net in de auto met het huisdier.)
3. Morir:
... de risa con el adolescente.
(Ik lag in een deuk met de tiener.)
4. Vivir:
... con su pareja en el centro.
(Hij woonde samen met zijn partner in het centrum.)
5. Casarse:
... cuando llegó el mensaje.
(Ik was aan het trouwen toen het bericht binnenkwam.)
6. Desear:
... tener un hijo pronto.
(Ik verlangde ernaar om snel een kind te krijgen.)
7. Divorciarse:
... después de muchos años.
(Ze waren aan het scheiden na vele jaren.)
8. Formar:
... una familia muy unida.
(Ze waren een hecht gezin aan het vormen.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste zin die het gerundium correct gebruikt in elke zin. Let op de veelvoorkomende fouten en leer hoe je ze kunt vermijden.

1.
Fout: onjuiste uitgang van het gerundium van -ar; het moet '-ando' zijn, niet '-anda'.
Fout: het werkwoord 'werk' staat in de tegenwoordige tijd, het is geen gerundium; 'trabajando' moet gebruikt worden.
2.
Fout: de vorm 'vivieno' is onjuist; de correcte uitgang voor het gerundium van -ir is '-iendo'.
Fout: 'vivido' is voltooid deelwoord, geen gerundium; 'viviendo' moet gebruikt worden.
3.
Spelfout in de vorming van het gerundium van het werkwoord 'leer'; de juiste vorm is 'leyendo', niet 'leiendo'.
Fout: na 'zijn' moet het gerundium gebruikt worden, niet de infinitief; daarom is 'leyendo' correct.
4.
Fout: na 'zijn' moet het gerundium gebruikt worden, niet de infinitief; daarom is 'yendo' correct.
Fout: 'ido' is voltooid deelwoord, geen gerundium; het juiste gerundium is 'yendo'.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Alessia Calcagni

Talen voor communicatie in internationale ondernemingen en organisaties

Università degli Studi di Modena e Reggio Emilia

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

zondag, 29/06/2025 13:21