10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A2.17.2 Tijdelijke uitdrukkingen

Tijdelijke uitdrukkingen geven aan wanneer een actie plaatsvindt, hoe lang deze duurt en hoeveel tijd er is verstreken sinds het is gebeurd.

Gramática: Expresiones temporales

A2 Spaans Basic time expressions

Niveau: A2

Module 3: El buen pasado (De goeie oude tijd)

Les 17: ¿Qué acaba de pasar? (Wat is er net gebeurd?)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio with translations
Audio with translations

  1. Om te spreken over evenementen die in de nabije verleden zijn gebeurd, gebruik je "hace" + tijd.
  2. Om te praten over iets dat momenteel gebeurt, gebruik "este/-a" + tijd.
  3. Om te praten over iets wat nu gebeurt, kan je ook "hoy" gebruiken. In dit geval voegen we niet "este/-a" toe.
  4. Tijdelijke uitdrukkingen gaan vergezeld van werkwoorden in de voltooid tegenwoordige tijd.
Expresión temporalEjemplo
Hace un ratoHe terminado de leer el anuncio hace un rato. (Ik heb de advertentie een tijdje geleden gelezen.)
Hace pocoHace poco he descubierto una nueva publicidad. (Onlangs heb ik een nieuwe reclame ontdekt.)
Hace una media horaHabéis vuelto del evento hace una media hora. (Jullie zijn een half uur geleden teruggekomen van het evenement.)
Hace un momento¿Has escuchado el anuncio hace un momento? (Heb je de aankondiging een moment geleden gehoord?)
Esta semana¿Has descubierto nuevas publicidades esta semana? (Heb je nieuwe advertenties ontdekt deze week?)
Este mesEste mes he vuelto a participar en un evento importante. (Deze maand heb ik opnieuw deelgenomen aan een belangrijk evenement.)
HoyHoy no he visto el anuncio. (Vandaag heb ik de aankondiging niet gezien.)

Oefening 1: Tijdelijke uitdrukkingen

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

hace un rato, desde siempre, Hace un momento, desde hace un tiempo, esta semana, Hoy, hace poco, este mes

1. Participas en eventos importantes ..., ¿verdad? Has participado en muchos ya.

Participas en eventos importantes desde hace un tiempo, ¿verdad? Has participado en muchos ya.
(Je neemt al een tijdje deel aan belangrijke evenementen, toch? Je hebt al aan veel deelgenomen.)

2. ... he visto un anuncio muy importante. Tengo que leerlo durante el día.

Hoy he visto un anuncio muy importante. Tengo que leerlo durante el día.
(Vandaag heb ik een heel belangrijke aankondiging gezien. Ik moet het gedurende de dag lezen.)

3. ... he visto un anuncio sobre el evento. No han pasado ni cinco minutos.

Hace un momento he visto un anuncio sobre el evento. No han pasado ni cinco minutos.
(Een ogenblik geleden heb ik een aankondiging over het evenement gezien. Er zijn nog geen vijf minuten voorbij.)

4. Hemos vuelto del evento ....

Hemos vuelto del evento hace un rato.
(We zijn een tijdje geleden teruggekomen van het evenement.)

5. Es un mes interesante. Ana ha descubierto muchas publicidades ...

Es un mes interesante. Ana ha descubierto muchas publicidades este mes
(Het is een interessante maand. Ana heeft deze maand veel advertenties ontdekt.)

6. ¿Has visto la publicidad ... o hace rato?

¿Has visto la publicidad hace poco o hace rato?
(Heb je de reclame recent gezien of een tijdje terug?)

7. Esta semana ha sido muy buena. Hemos vuelto a participar en la organización de la publicidad ....

Esta semana ha sido muy buena. Hemos vuelto a participar en la organización de la publicidad esta semana.
(Deze week is heel goed geweest. We hebben deze week weer meegewerkt aan het organiseren van de reclame.)

8. A María siempre le han gustado los eventos. Le ha gustado participar en eventos importantes ....

A María siempre le han gustado los eventos. Le ha gustado participar en eventos importantes desde siempre.
(María heeft altijd al van evenementen gehouden. Ze houdt er altijd van om aan belangrijke evenementen deel te nemen.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Hace poco
(Kort geleden)
2. Este mes
(Deze maand)
3. Desde hace un tiempo
(Al een tijdje)
4. Desde siempre
(Al vanaf het begin)
5. Hace un momento
(Een ogenblik geleden)
6. Esta semana
(Deze week)
7. Hoy
(Vandaag)
8. Hace un rato
(Een tijdje geleden)