A2.17.2 Tijdelijke uitdrukkingen
Tijdelijke uitdrukkingen geven aan wanneer een actie plaatsvindt, hoe lang deze duurt en hoeveel tijd er is verstreken sinds het is gebeurd.
Gramática: Expresiones temporales
A2 Spaans Basic time expressions
Niveau: A2
Module 3: El buen pasado (De goeie oude tijd)
Les 17: ¿Qué acaba de pasar? (Wat is er net gebeurd?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- Om te spreken over evenementen die in de nabije verleden zijn gebeurd, gebruik je "hace" + tijd.
- Om te praten over iets dat momenteel gebeurt, gebruik "este/-a" + tijd.
- Om te praten over iets wat nu gebeurt, kan je ook "hoy" gebruiken. In dit geval voegen we niet "este/-a" toe.
- Tijdelijke uitdrukkingen gaan vergezeld van werkwoorden in de voltooid tegenwoordige tijd.
Expresión temporal | Ejemplo |
---|---|
Hace un rato | He terminado de leer el anuncio hace un rato. (Ik heb de advertentie een tijdje geleden gelezen.) |
Hace poco | Hace poco he descubierto una nueva publicidad. (Onlangs heb ik een nieuwe reclame ontdekt.) |
Hace una media hora | Habéis vuelto del evento hace una media hora. (Jullie zijn een half uur geleden teruggekomen van het evenement.) |
Hace un momento | ¿Has escuchado el anuncio hace un momento? (Heb je de aankondiging een moment geleden gehoord?) |
Esta semana | ¿Has descubierto nuevas publicidades esta semana? (Heb je nieuwe advertenties ontdekt deze week?) |
Este mes | Este mes he vuelto a participar en un evento importante. (Deze maand heb ik opnieuw deelgenomen aan een belangrijk evenement.) |
Hoy | Hoy no he visto el anuncio. (Vandaag heb ik de aankondiging niet gezien.) |
Oefening 1: Tijdelijke uitdrukkingen
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalinghace un rato, desde siempre, Hace un momento, desde hace un tiempo, esta semana, Hoy, hace poco, este mes
1. Participas en eventos importantes ..., ¿verdad? Has participado en muchos ya.
2. ... he visto un anuncio muy importante. Tengo que leerlo durante el día.
3. ... he visto un anuncio sobre el evento. No han pasado ni cinco minutos.
4. Hemos vuelto del evento ....
5. Es un mes interesante. Ana ha descubierto muchas publicidades ...
6. ¿Has visto la publicidad ... o hace rato?
7. Esta semana ha sido muy buena. Hemos vuelto a participar en la organización de la publicidad ....
8. A María siempre le han gustado los eventos. Le ha gustado participar en eventos importantes ....
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
Hace poco
|
(Kort geleden) |
2.
Este mes
|
(Deze maand) |
3.
Desde hace un tiempo
|
(Al een tijdje) |
4.
Desde siempre
|
(Al vanaf het begin) |
5.
Hace un momento
|
(Een ogenblik geleden) |
6.
Esta semana
|
(Deze week) |
7.
Hoy
|
(Vandaag) |
8.
Hace un rato
|
(Een tijdje geleden) |