Expresiones de lugar: "A la izquierda", "A la derecha", "Todo recto", "En el centro"

Plaatsaanduidingen zijn woorden of zinnen die we gebruiken om aan te geven waar iets of iemand is. Ze zijn essentieel om aanwijzingen en locaties te geven of te begrijpen.

Gramática: Expresiones de lugar: "A la izquierda", "A la derecha", "Todo recto, "En el centro"

A1 Spaans Uitdrukkingen van plaats en locatie

Niveau: A1

Module 6: La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)

Les 43: Pedir y dar direcciones. (Routebeschrijving vragen en geven)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

  1. Gebruik uitdrukkingen zoals "a la izquierda", "a la derecha", "todo recto", "en el centro", "al lado de", "en frente de" om een exacte positie of richting aan te geven.
  2. Gebruik uitdrukkingen zoals "cerca de", "lejos de" om nabijheid of relatieve locatie aan te geven.
  3. Om een locatie uit te drukken, wordt gewoonlijk de voorzetsel "de" gecombineerd met een bijwoord "cerca, lejos, en frente..."
FunciónExpresión de lugarEjemplo

Posición o 

dirección exacta

A la izquierdaLa tienda está a la izquierda de la plaza. (De winkel is links van het plein.)
A la derechaLa parada está a la derecha de la estación. (De halte is rechts van het station.)
Todo rectoTienes que ir todo recto hasta llegar al parque. (Je moet rechtdoor gaan totdat je bij het park komt.)
En el centroLa oficina de información está en el centro de la ciudad. (Het informatiekantoor is in het centrum van de stad.)
Al lado deEl banco está al lado de la oficina de información. (De bank is naast het informatiekantoor.)
En frente deEl parque está en frente de la plaza. (Het park is tegenover het plein.)

Proximidad 

o ubicación relativa

Cerca deLa estación está cerca de la plaza. (Het station is dichtbij het plein.)
Lejos deLa tienda está lejos de la estación. (De winkel is ver van het station.)

Oefening 1: Expresiones de lugar: "A la izquierda", "A la derecha", "Todo recto, "En el centro"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

a la derecha, el centro de, al lado de, lejos del, todo recto, cerca de, en frente del, a la izquierda

1.
El museo está en ... la plaza mayor.
(Het museum is in het midden van het hoofdplein.)
2.
Camina ... hasta llegar a la plaza.
(Loop rechtdoor tot je bij het plein komt.)
3. Derecha:
La farmacia está ... del parque.
(De apotheek is rechts van het park.)
4. Lejos:
El hospital está ... centro de la ciudad.
(Het ziekenhuis is ver van het centrum van de stad.)
5. Cerca:
La estación de metro está ... la tienda de ropa.
(Het metrostation is dicht bij de kledingwinkel.)
6.
El café está ... la librería.
(Het café is naast de boekwinkel.)
7. Izquierda:
La tienda está ... de la plaza.
(De winkel is links van het plein.)
8.
El teatro está ... parque.
(Het theater is tegenover het park.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

lejos del


ver van het

2

centro de


het midden van

3

a la izquierda


aan de linkerkant

4

cerca de


dichtbij