De gebiedende wijs (negatief): onregelmatige werkwoorden

De negatieve imperatief wordt gebruikt om bevelen of instructies te geven om een actie niet uit te voeren. Bij onregelmatige werkwoorden is het belangrijk te weten hoe ze veranderen in de vervoeging.

Gramática: El imperativo negativo: los verbos irregulares

A2 Spaans Imperatief negatief van onregelmatige werkwoorden

Niveau: A2

Module 6: En el trabajo (Op het werk)

Les 41: Trabajo en equipo (Teamwerk)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

  1. De gebiedende wijs in de negatieve vorm van onregelmatige werkwoorden wordt gevormd uit de stam van het werkwoord van de eerste persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd.
  2. Voor de onregelmatige werkwoorden op "-ar" verander je de uitgang in "-e". Bijvoorbeeld: "pienso" => "no pienses (tú)".
  3. Voor de onregelmatige werkwoorden op "-er" en "-ir", verander de uitgang in "-a". Bijvoorbeeld: "pongo" => "no pongas (tú)".
  4. Gebruik het woord "no" voor het werkwoord.
PronombreVerbos acabados en -arVerbos acabados en -er/-ir

-es

¡No pienses en ella! (Denk niet aan haar!)

-as

¡No pongas la llave aquí! (Zet de sleutel hier niet neer!)

Usted

-e

¡No piense en ella! (Denk niet aan haar!)

-a

¡No ponga la llave aquí! (Leg de sleutel hier niet neer!)

Nosotros/-as

-emos

¡No pensemos en ella! (Laten we niet aan haar denken!)

-amos

¡No pongamos la llave aquí! (Laten we de sleutel hier niet neerleggen!)

Vosotros/-as

-éis

¡No penséis en ella! (Denk niet aan haar!)

-áis

¡No pongáis la llave aquí! (Zet de sleutel hier niet neer!)

Ustedes

-en

¡No piensen en perdón! (Denken niet aan vergeving!)

-an

¡No pongan la llave aquí! (Legen de sleutel hier niet neer!)

Uitzonderingen!

  1. Onregelmatige werkwoorden zoals ser en ir volgen niet de normale vervoegingsregels.
  2. Bij sommige onregelmatige werkwoorden verandert de stam niet bij de vervoeging van "nosotros" en "vosotros".

Oefening 1: El imperativo negativo: los verbos irregulares

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

perdamos, te pierdas, vayas, ponga, os sintáis, seáis, sean, piensen

1.
Poner (Usted): ¡No ... la dirección de Marta en el GPS!
(Zet (U) niet het adres van Marta in de GPS!)
2.
Ser (Vosotros): ¡No ... tímidos y pedid ayuda!
(Zijn (Jullie): Wees niet verlegen en vraag om hulp!)
3.
Ir (Tú): ¡No ... a hacer una llamada con otro teléfono!
(Ga (Jij): Ga niet een andere telefoon gebruiken om te bellen!)
4.
Perderse (Tú): ¡No ... en la ciudad sin mirar un plano!
(Verliezen (Jij): Verlies jezelf niet in de stad zonder een kaart te bekijken!)
5.
Ser (Ustedes): ¡No ... tan confiados, comprueben bien los detalles.
(Wees (U): Wees niet zo goedgelovig, controleer de details goed.)
6.
Sentirse (Vosotros): ¡No ... perdidos, mejor preguntad por la dirección.
(Voel jezelf (Jullie): Voel jezelf niet verloren, vraag liever de weg.)
7.
Perder (Nosotros): ¡No ... nuestro seguro de viaje!
(Verliezen (Wij): Laten wij onze reisverzekering niet verliezen!)
8.
Pensar (Ustedes): ¡No ... en usar mi teléfono!
(Denken (jullie): Denk er niet aan om mijn telefoon te gebruiken!)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

perdamos


laten we niet verliezen

2

compruebe


Controleer

3

ponga


zet

4

te pierdas


verdwaal