Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

ConectorUso
Cuando (Wanneer)Indicar tiempo/condición. (Tijd/toestand aangeven.)
Ya (Al gedaan)Acción ocurrida o completada (Handeling die heeft plaatsgevonden of is voltooid)
Todavía (Nog)Acción pendiente (Actie nog niet voltooid)
Porque (Omdat)Causa (Oorzaak)
Por eso (Daarom)Consecuencia (Gevolg)
Pero (Maar)Contrastar (Maar)
Además (Bovendien)Agregar información (Daarnaast)

Uitzonderingen!

  1. "Ya": duidt niet altijd op tijd; soms worden ze gebruikt om nadruk te leggen. Voorbeeld: ¡Ya basta! (Genoeg!) ⇒ emotie, geen tijd.

Oefening 1: Conectores: ya, además, todavía,...

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Ya, pero, por eso, Todavía, porque, además, Cuando

1. Añadir:
Mi horario es flexible, y ... tengo la posibilidad de trabajar desde casa.
(Mijn schema is flexibel, en bovendien heb ik de mogelijkheid om thuis te werken.)
2. Tiempo:
... terminé de preparar la organización del evento; ahora estoy tranquilo.
(Ik ben klaar met het voorbereiden van de organisatie van het evenement; nu ben ik rustig.)
3. Tiempo/Condición:
... el director ejecutivo habla, todos escuchan con atención.
(Wanneer de ceo spreekt, luistert iedereen aandachtig.)
4. Tiempo:
... no encuentro un sustituto para mi puesto, pero sigo buscando.
(Ik vind nog steeds geen vervanger voor mijn functie, maar ik blijf zoeken.)
5. Contrastar:
Tengo motivación para aprender, ... me cuesta concentrarme.
(Ik heb motivatie om te leren, maar ik vind het moeilijk om me te concentreren.)
6. Explicación:
Mi prioridad es terminar este proyecto, ... estoy tan enfocado.
(Mijn prioriteit is om dit project af te ronden, daarom ben ik zo gefocust.)
7. Causa:
Necesito organizar mi transporte ... mi trabajo está lejos de casa.
(Ik moet mijn vervoer regelen omdat mijn werk ver van huis is.)