Conector | Uso |
---|---|
Cuando (Wanneer) | Indicar tiempo/condición. (Tijd/toestand aangeven.) |
Ya (Al gedaan) | Acción ocurrida o completada (Handeling die heeft plaatsgevonden of is voltooid) |
Todavía (Nog) | Acción pendiente (Actie nog niet voltooid) |
Porque (Omdat) | Causa (Oorzaak) |
Por eso (Daarom) | Consecuencia (Gevolg) |
Pero (Maar) | Contrastar (Maar) |
Además (Bovendien) | Agregar información (Daarnaast) |
Uitzonderingen!
- "Ya": duidt niet altijd op tijd; soms worden ze gebruikt om nadruk te leggen. Voorbeeld: ¡Ya basta! (Genoeg!) ⇒ emotie, geen tijd.
Oefening 1: Conectores: ya, además, todavía,...
Instructie: Vul het juiste woord in.
Ya, pero, por eso, Todavía, porque, además, Cuando
1.
Añadir:
Mi horario es flexible, y ... tengo la posibilidad de trabajar desde casa.
(Mijn schema is flexibel, en bovendien heb ik de mogelijkheid om thuis te werken.)
2.
Tiempo:
... terminé de preparar la organización del evento; ahora estoy tranquilo.
(Ik ben klaar met het voorbereiden van de organisatie van het evenement; nu ben ik rustig.)
3.
Tiempo/Condición:
... el director ejecutivo habla, todos escuchan con atención.
(Wanneer de ceo spreekt, luistert iedereen aandachtig.)
4.
Tiempo:
... no encuentro un sustituto para mi puesto, pero sigo buscando.
(Ik vind nog steeds geen vervanger voor mijn functie, maar ik blijf zoeken.)
5.
Contrastar:
Tengo motivación para aprender, ... me cuesta concentrarme.
(Ik heb motivatie om te leren, maar ik vind het moeilijk om me te concentreren.)
6.
Explicación:
Mi prioridad es terminar este proyecto, ... estoy tan enfocado.
(Mijn prioriteit is om dit project af te ronden, daarom ben ik zo gefocust.)
7.
Causa:
Necesito organizar mi transporte ... mi trabajo está lejos de casa.
(Ik moet mijn vervoer regelen omdat mijn werk ver van huis is.)