De overeenstemming van de bijvoeglijke naamwoorden

We leren de bijvoeglijke naamwoorden overeenstemmen met voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden die het uiterlijk beschrijven.

Gramática: La concordancia de los adjetivos

A1 Spaans Bijvoeglijk naamwoord akkoord

Niveau: A1

Module 4: Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Les 23: Apariencia física (Fysiek en uiterlijk)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

  1. De bijvoeglijke naamwoorden komen in geslacht en aantal overeen met het zelfstandig naamwoord.
  2. Adjectieven die eindigen op '-o' veranderen in '-a' voor het vrouwelijk.
  3. Voor het meervoud voeg je een "-s" toe aan de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een onbeklemtoonde klinker.
TerminaciónSingularPlural
Masculino -o -os 

Alto

El niño es alto. (De jongen is lang.)

Altos (Hoge)

Los niños son altos. (De kinderen zijn lang.)

Femenino -a -as 

Alta

La niña es alta. (Het meisje is lang.)

Altas

Las niñas son altas. (De meisjes zijn lang.)

Oefening 1: La concordancia de los adjetivos

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

pelirrojo, alta, corto, castaños, larga, bajo, morena, guapa

1.
Él tiene el pelo ....
(Hij heeft kort haar.)
2.
Él se afeita la barba ....
(Hij scheert zijn lange baard.)
3.
Ella es ..., mide casi dos metros.
(Zij is lang, zij meet bijna twee meter.)
4.
Mi hermano es más ... que yo. Yo soy más alta.
(Mijn broer is kleiner dan ik. Ik ben groter.)
5.
La niña es muy ....
(Het meisje is heel knap.)
6.
Ella tiene el pelo de color ....
(Zij heeft rood haar.)
7.
La chica ... es muy simpática.
(Het donkere meisje is heel sympathiek.)
8.
Mis ojos son ... como mi pelo.
(Mijn ogen zijn bruin zoals mijn haar.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

castaños


bruin

2

delgada


slank

3

feo


lelijk

4

gordos


dik