- Tijdelijke bijwoorden staan aan het begin van de zin wanneer je de tijd wilt benadrukken. Bijvoorbeeld "Ahora escucho la música."
- De bijwoorden van tijd komen aan het eind van de zin wanneer ze alleen aanvullende informatie geven of de nadruk op de tijd minder is. Bijvoorbeeld: "Escribo sobre música hoy."
Adverbio de tiempo (Tijdsbepaling) | Ejemplo (Voorbeeld) |
---|---|
Ahora (Nu) | Ahora pinto un cuadro. (Nu schilder ik een schilderij.) |
Antes (Voorheen) | Antes de ir al parque veo una película. (Voordat ik naar het park ga, kijk ik een film.) |
Después (Later) | Después de escuchar música vamos a la biblioteca. (Na het luisteren naar muziek gaan we naar de bibliotheek.) |
Luego (Later) | Luego doy un paseo. (Daarna maak ik een wandeling.) |
Ya (Al) | Ya hemos leído este libro. (Al hebben we dit boek gelezen.) |
Todavía (nog) | Todavía no he escuchado esta música. (Nog steeds heb ik deze muziek niet gehoord.) |
Hoy (Vandaag) | Hoy dibujo durante una hora. (Vandaag teken ik een uur lang.) |
Mañana (Morgen) | Mañana voy a sacar muchas fotos. (Morgen ga ik veel foto's maken.) |
Temprano (Vroeg) | Temprano leo el libro para la escuela. (Vroeg lees ik het boek voor school.) |
Tarde (Laat) | Tarde en la noche, no escucho música. (Laat in de avond luister ik geen muziek.) |
Uitzonderingen!
- Met "ya" en "todavía" gebruiken we de voltooid tegenwoordige tijd. Bijvoorbeeld: "Ya hemos sacado fotos en el museo."
Oefening 1: Adverbios de tiempo: "Ahora, antes, después, luego, etc..."
Instructie: Vul het juiste woord in.
Todavía, Ahora, Antes, Temprano, Hoy, Ya, Tarde, Después
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ahora ______ un cuadro en mi tiempo libre.
(Nu ______ een schilderij in mijn vrije tijd.)2. Antes de ir al museo, ______ un libro interesante.
(Voordat ik naar het museum ga, ______ ik een interessant boek.)3. Después de escuchar música, ______ fotos con la cámara.
(Na het luisteren naar muziek, ______ ik foto's met de camera.)4. Luego ______ un dibujo para decorar la habitación.
(Daarna ______ ik een tekening om de kamer te decoreren.)5. Ya ______ leído esa película que tanto te gusta.
(We ______ die film die je zo leuk vindt al gezien.)6. Todavía no ______ escuchado la música nueva del grupo.
(Ik ______ de nieuwe muziek van de band nog niet gehoord.)