10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.41.1 Een vrije dag voor Pedro en Ana

Een kort gesprek in het Spaans tussen Pedro en Ana over activiteiten in hun vrije tijd.

Diálogo: Un día libre para Pedro y Ana

Un diálogo corto en español entre Pedro y Ana sobre actividades en su tiempo libre.

A1.41.1 Een vrije dag voor Pedro en Ana

A1 Spaans

Niveau: A1

Module 6: La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)

Les 41: Describir pasatiempos (Hobby's beschrijven)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio with translations
Audio with translations

Gesprek

1. Pedro: Hola Ana, ¿ya has pintado algo hoy? (Vertaling laden...)
2. Ana: Ahora estoy dibujando un dibujo. (Vertaling laden...)
3. Pedro: ¡Qué bien! Yo también quiero dibujar algo hoy. (Wat goed! Ik wil vandaag ook iets tekenen.)
4. Ana: ¿Por qué no vienes en mi casa para dibujar conmigo? (Waarom kom je niet naar mijn huis om met mij te tekenen?)
5. Pedro: ¡Buena idea! ¡También podemos tocar un instrumento. (Goed idee! We kunnen ook een instrument bespelen.)
6. Ana: Sí, y luego sacamos unas fotos de las flores. (Vertaling laden...)
7. Pedro: Y después podemos ver una película. (Vertaling laden...)
8. Ana: O leer un buen libro. (Of een goed boek lezen.)
9. Pedro: ¡Vale! Todavía no he leído esta semana. (Oke! Ik heb deze week nog niet gelezen.)
10. Ana: Perfecto. Nos vemos en media hora. (Perfect. We zien elkaar over een half uur.)

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué hace Pedro el en jardín?
  2. Wat doet Pedro in de tuin?
  3. ¿Qué quiere hacer Ana por la tarde?
  4. Wat wil Ana 's middags doen?
  5. ¿Qué es tu actividad favorita para hacer en tu tiempo libre?
  6. Wat is jouw favoriete activiteit om in je vrije tijd te doen?

Oefening 2: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
2
... Ahora estoy dibujando un dibujo.
(Nu ben ik een tekening aan het maken.)
9
... ¡Vale! Todavía no he leído esta semana.
(Oké! Ik heb deze week nog niet gelezen.)
8
... O leer un buen libro.
(Of een goed boek lezen.)
3
... ¡Qué bien! Yo también quiero dibujar algo hoy.
(Wat goed! Ik wil vandaag ook iets tekenen.)
10
10 Perfecto. Nos vemos en media hora.
(Perfect. We zien elkaar over een half uur.)
7
... Y después podemos ver una película.
(En daarna kunnen we een film kijken.)
4
... ¿Por qué no vienes en mi casa para dibujar conmigo?
(Waarom kom je niet naar mijn huis om met mij te tekenen?)
6
... Sí, y luego sacamos unas fotos de las flores.
(Ja, en daarna maken we wat foto's van de bloemen.)
5
... ¡Buena idea! ¡También podemos tocar un instrumento.
(Goed idee! We kunnen ook een instrument bespelen.)
1
1 Hola Ana, ¿ya has pintado algo hoy?
(Hallo Ana, heb je vandaag al iets geschilderd?)

Oefening 3: Kies het juiste woord

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

tocar, leído, dibujar, libro, sacamos, dibujo, pintado, ver

1. Y después podemos ... una película.

Y después podemos ver una película.
(En daarna kunnen we een film kijken.)

2. O leer un buen ....

O leer un buen libro.
(Of een goed boek lezen.)

3. Sí, y luego ... unas fotos de las flores.

Sí, y luego sacamos unas fotos de las flores.
(Ja, en daarna maken we wat foto's van de bloemen.)

4. Ahora estoy dibujando un ....

Ahora estoy dibujando un dibujo.
(Nu ben ik een tekening aan het maken.)

5. ¡Qué bien! Yo también quiero ... algo hoy.

¡Qué bien! Yo también quiero dibujar algo hoy.
(Wat goed! Ik wil vandaag ook iets tekenen.)

6. ¡Buena idea! ¡También podemos ... un instrumento.

¡Buena idea! ¡También podemos tocar un instrumento.
(Goed idee! We kunnen ook een instrument bespelen.)

7. ¡Vale! Todavía no he ... esta semana.

¡Vale! Todavía no he leído esta semana.
(Oké! Ik heb deze week nog niet gelezen.)

8. Hola Ana, ¿ya has ... algo hoy?

Hola Ana, ¿ya has pintado algo hoy?
(Hallo Ana, heb je vandaag al iets geschilderd?)

Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Tocar
(Spelen)
2. Pintado
(Geschilderd)
3. Dibujar
(Tekenen)
4. Dibujo
(Tekening)
5. Leído
(Gelezen)
6. Libro
(Boek)
7. Ver
(Zien)
8. Sacamos
(Halen wij)