Spaans A1.44.1 Plannen voor het weekend

Ana en Pedro praten over hun plannen voor het weekend en nodigen elkaar uit voor een evenement.

Diálogo: Planes para el fin de semana

Ana y Pedro hablan sobre sus planes para el fin de semana y se invitan a un evento.

Spaans A1.44.1 Plannen voor het weekend

A1 Spaans

Niveau: A1

Module 6: La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)

Les 44: Viernes por la noche (Vrijdagavond uit)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Gesprek

1. Pedro: ¿Qué haces este viernes por la noche? (Wat doe je deze vrijdagavond?)
2. Ana: Todavía no tengo planes. ¿Tienes alguna idea? (Ik heb nog geen plannen. Heb je een idee?)
3. Pedro: Sí, hay un concierto en el teatro del centro. (Ja, er is een concert in het theater in het centrum.)
4. Ana: ¡Me encanta la música! ¿Quién es el artista? (Ik hou van muziek! Wie is de artiest?)
5. Pedro: No sé, pero dicen que el espectáculo es muy bueno. (Ik weet het niet, maar ze zeggen dat de show erg goed is.)
6. Ana: Prefiero ver un baile antes que un concierto. (Ik kijk liever naar een dans dan naar een concert.)
7. Pedro: También hay un espectáculo de danza en el teatro. (Er is ook een dansvoorstelling in het theater.)
8. Ana: ¡Perfecto! Vamos al teatro y después a cenar. (Perfect! Laten we naar het theater gaan en daarna uit eten.)
9. Pedro: Genial, nos vemos en la entrada del teatro a las ocho. (Geweldig, we zien elkaar bij de ingang van het theater om acht uur.)

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué evento eligen Ana y Pedro?
  2. Welk evenement kiezen Ana en Pedro?
  3. ¿Dónde se encuentran por la noche?
  4. Waar ontmoeten we elkaar 's avonds?
  5. ¿Prefieres ir al teatro o al cine?
  6. Heb je liever om naar het theater of de bioscoop te gaan?
  7. ¿Te gusta más la música en vivo o el cine?
  8. Vind je live muziek of de bioscoop leuker?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

concierto, teatro, artista, viernes, espectáculo

1.
¡Me encanta la música! ¿Quién es el ...?
(Ik hou van muziek! Wie is de artiest?)
2.
No sé, pero dicen que el ... es muy bueno.
(Ik weet het niet, maar ze zeggen dat de voorstelling erg goed is.)
3.
¿Qué haces este ... por la noche?
(Wat doe je deze vrijdagavond?)
4.
Sí, hay un ... en el teatro del centro.
(Ja, er is een concert in het theater in het centrum.)
5.
Genial, nos vemos en la entrada del ... a las ocho.
(Geweldig, we zien elkaar bij de ingang van het theater om acht uur.)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
4
... ¡Me encanta la música! ¿Quién es el artista?
(Ik hou van muziek! Wie is de artiest?)
7
... También hay un espectáculo de danza en el teatro.
(Er is ook een dansvoorstelling in het theater.)
1
1 ¿Qué haces este viernes por la noche?
(Wat doe je deze vrijdagavond?)
8
8 ¡Perfecto! Vamos al teatro y después a cenar.
(Perfect! Laten we naar het theater gaan en daarna uit eten.)
3
... Sí, hay un concierto en el teatro del centro.
(Ja, er is een concert in het theater in het centrum.)
9
... Genial, nos vemos en la entrada del teatro a las ocho.
(Geweldig, we zien elkaar bij de ingang van het theater om acht uur.)
6
... Prefiero ver un baile antes que un concierto.
(Ik kijk liever naar een dansvoorstelling dan naar een concert.)
5
... No sé, pero dicen que el espectáculo es muy bueno.
(Ik weet het niet, maar ze zeggen dat de voorstelling erg goed is.)